Les 6- 10102024 - Schoonmaken - Schoonmaakplan

• Zorg en Welzijn
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

WELKOM KLAS 3!

JdW-klimwijzer

Wat gaan we doen vandaag?

• Herhaling van de vorige les.
• Klassikaal schoonmaakplan maken. 
• In groepjes aan praktijkopdrachten werken.
• Terugblikken op de praktijkopdrachten.
• Leerdoelenkaart bespreken en invullen.
• Afsluiting van de les. 

Leerdoelen:

• Na de les weet ik hoe ik  moet schoonmaken.
• Na de les kan ik vlakmoppen.
• Na de les kan ik ramen zemen.
• Na de les kan ik stofwissen.
• Na de les kan ik de aula opruimen en schoonmaken.
• Na de les kan ik linnengoed strijken.
• Na de les kan ik een schoonmaakplan maken. 

Noem 1 ding van de vorige les?

Wat is een schoonmaakplan?

Schoonmaakplan

• Lees altijd goed de casus door!
• Welke taken moet je doen?
• Ga nadenken in welke volgorde je de taken doet. (LET OP de schoonmaakregels).  
• Welke spullen heb je nodig om je taken te kunnen doen, bv ramen zemen. 
• Vergeet niet om op te schrijven wat er goed ging en wat er minder goed ging! (Dit noemen we reflecteren op je eigen handelen). 

Aan de slag

STRIJKEN:

Amal – Pamir – Asen

RAMEN ZEMEN:

Kaan – Raishnie – Sevim

AULA NETJES MAKEN:

Elitsa – Lais – Rumyana – Bahouz

AULA STOFWISSEN:

Anil – Annalease

STOFZUIGEN:

Stivan – Mahmood

VLAKMOPPEN:

Maya - Halime

De docent zet de leerlingen aan de slag met actieve verwerking van de lesstof. De docent zorgt voor afwisseling in de oefentypes. Leerlingen leren op deze manier verschillende leerstrategieën te gebruiken. De opdrachten en/of werkvormen sluiten aan bij de vooropgestelde leerdoelen. Wanneer leerlingen (online) opdrachten krijgen is het belangrijk dat ze goed begrijpen wat ze moeten doen, hoe ze hulp van de docent kunnen krijgen en feedback kunnen krijgen over hoe ze iets kunnen verbeteren. Daarnaast geeft de docent verlengde instructie aan de leerlingen die het leerdoel nog niet behaald hebben. Verder biedt de docent verrijking en verdieping aan de leerling die dat nodig hebben. Zo kan er gedurende de les gedifferentieerd worden.

Hoe zijn de praktijkopdrachten uitgevoerd?

• Welk taak heb je gedaan?
• Wat ging er goed?
• Wat ging er minder goed?
• Wat zou je de volgende keer anders doen?

Leerdoelenkaart:

1. De docent deelt de leerdoelenkaart uit.
2. Lees de kaart goed door.
3. Welke leerdoelen heb je al behaald?
4. Zet een kruisje bij de leerdoelen die je hebt behaald.
5. Zet de leerdoelenkaart in je JDW map en zorg dat je deze elke les bij je hebt!

Leerdoelen:

• Na de les weet ik hoe ik  moet schoonmaken.
• Na de les kan ik vlakmoppen.
• Na de les kan ik ramen zemen.
• Na de les kan ik stofwissen.
• Na de les kan ik de aula opruimen en schoonmaken.
• Na de les kan ik linnengoed strijken.
• Na de les kan ik een schoonmaakplan maken. 

Vandaag heb ik geleerd:

Wat vond ik van de les?

😒🙁😐🙂😃