BK2- 4/11- 8/11 Lesson 1

English
BK2- 4/11- 8/11  Lesson 1
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

English
BK2- 4/11- 8/11  Lesson 1

Slide 1 - Slide

What are we going to do today 
Repeat grammar
New grammar 


Slide 2 - Slide

Repeat grammar
Hoe zat het ookal weer met: 

Much and Many? 


Slide 3 - Slide

Grammar Much/many
Much en Many betekent allebei veel.... maar wat is het verschil? 

Much gebruik je bij dingen die je kan niet kan tellen
Voorbeeld:  water , time, noise, money

Many gebruik je bij dingen de je wel kan tellen
Voorbeeld: girls, people, coins, houses

Slide 4 - Slide

Many
Many
Many
Much
Much
Much

Slide 5 - Drag question

hair
chances
stories
teeth
love
people
Much

Much
Much
Much
Much
Much
Many
Many
Many
Many
Many
Many

Slide 6 - Drag question

Repeat grammar
Hoe zat het ookal weer met: 

To be in de verleden tijd? 


Slide 7 - Slide

To be Verleden tijd
In de verleden tijd van to be gebruik je Was of Were 
I was
You were
He was
She was
It was
They were
We were

Slide 8 - Slide

I wish I ___ at home right now.'
A
was
B
were

Slide 9 - Quiz

It ______ very dark outside.
A
was
B
were

Slide 10 - Quiz

You ___ at the wrong place.
A
was
B
were

Slide 11 - Quiz

She ________at school yesterday.
A
was
B
were

Slide 12 - Quiz

They ______ not supose to do that.
A
was
B
were

Slide 13 - Quiz

New Grammar
Verleden tijd- Past simple

Persoon + werkwoord in de verleden tijd

Er zijn 2 soorten werkwoorden in de verleden tijd: 
Regelmatige en onregelmatige. 

Wat is het verschil? 

Slide 14 - Slide

Regelmatige werkwoorden
Een regelmatige werkwoord krijgt in de verleden tijd -ED achter het woord.

Walk- Walked
Dance- Danced


Slide 15 - Slide

Onreglematige werkwoord
Een onregelmatig werkwoord verandert in de verleden tijd.
Deze woorden moet je uit je hoofd leren. 

make- made
tell - told

Zie blz 166 in je boek voor het lijstje van dit jaar. 

Slide 16 - Slide

Past Simple:

Wat is de regel van de past simple?
A
hele ww+ - ed of irregular verb
B
vorm van to be + hele ww+ -ing

Slide 17 - Quiz

Vul de past simple in:
The girl_____ at her teacher.
A
yell
B
yelled
C
yelld
D
yelling

Slide 18 - Quiz

Vul de past simple in:
We .............. (make) a cake yesterday
A
maked
B
were making
C
made
D
makked

Slide 19 - Quiz

Vul de past simple in:
I ..... for gold.
A
search
B
searchd
C
searcht
D
searched

Slide 20 - Quiz

Vul de past simple in:

I ..... the dog
A
walket
B
walkd
C
walked
D
wallekd

Slide 21 - Quiz

Vul de past simple in:
He______ me a book.
A
gives
B
gave
C
gived
D
gaved

Slide 22 - Quiz

Get to work
Je krijgt van mij een werkblad. Zet je naam erboven en maak deze opdrachten. 
Klaar? Kom een antwoorden blad halen

aan het eind van de les lever je het werkblad in. (Klaar of niet) 

Slide 23 - Slide