VOC en WIC

De V.O.C. en de W.I.C.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

De V.O.C. en de W.I.C.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Je kan:
  • Uitleggen hoe de VOC en WIC ontstonden
  • Beschrijven wat de VOC en WIC deden

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions




Handel over land
Hoe specerijen eerst in Europa kwamen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions


Route V.O.C. 
Hoe specerijen in de Gouden Eeuw in Europa kwamen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is een compagnie
A
Specerijen
B
Handelsbedrijf
C
Een soort schip
D
Pakhuis voor goederen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Compagnie = (handels)bedrijf

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hoe zorgden de losse compagnieën ervoor dat iedereen minder verdiende?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Oprichting VOC
1602: Einde alle losse compagnieën
Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) wordt opgericht
VOC krijgt een monopolie

Monopolie betekent dat je de enige bent die in iets handelt
Extra
De VOC wilde geld verdienen, maar deed ook aan nijverheid. Zo lieten ze bijvoorbeeld schepen en zeilen maken. Dit noemen we handelskapitalisme

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De Gall-Peters-projectie en de Mercator-projectie
Deze projectie wordt in 1855 bedacht door James Gall en in 1967 opnieuw "uitgevonden" door Arno Peters, die volhield dat dit zijn eigen idee was. Dit is een cilinderprojectie. Dit betekent dat de aarde is afgebeeld op een cilinder, die daarna is uitgerold tot een plat vlak. Deze cilinderprojectie is oppervlaktegetrouw, wat betekent dat elke plek op de aarde in de juiste verhouding afgebeeld is. Een nadeel van de projectie is dat elk deel van de wereld sterk vervormd is.
De Mercator-projectie is ontworpen door de Vlaamse cartograaf Gerardus Mercator in 1569. De kaart is hoekgetrouw: als je een rechte lijn over de kaart trekt, dan heeft die lijn op elke plek dezelfde hoek ten opzichte van het noorden. Dit maakt de kaart heel geschikt voor navigatie. Nadelig is wel dat je nooit de kortste route vaart: als je dezelfde lijn op een globe zou tekenen, dan blijkt deze krom. Een ander nadeel is dat deze projectie bepaalde delen van de wereld veel groter maakt en andere veel kleiner. 

Slide 10 - Slide

Doel van de slide:
Ontdekken dat er niet één manier is om de wereldbol in een plat vlak te vatten. Er zijn verschillende manieren; op deze slide zien we de Mercator-projectie en de Gall-Peters-projectie

Maar:
  • Geen twijfel aan de positie van Filips II.
  • De religieuze problemen worden vooruit geschoven.
Maar:
  • Geen twijfel aan de positie van Filips II.
  • De religieuze problemen worden vooruit geschoven.
Beide kaarten tonen de hele wereld. Waarom zien ze er toch zo anders uit?
Wij Vrouwen Eisen
A
Een kaart vervormt altijd. Er zijn bij beide kaarten andere keuzes gemaakt. Dit zorgt voor andere vervormingen.
B
De Gall-Peters-projectie klopt niet.
C
De Mercator-projectie klopt niet.
D
De wetenschap is er nog niet over uit hoe de wereld er echt uitziet. Beide kaarten zijn een poging om de wereld goed in een kaart te vatten.

Slide 11 - Quiz

Doel van de slide:
Na het bestuderen van de vorige slide, kunnen leerlingen beredeneren welk antwoord hier juist is.

Het juiste antwoord is A. 
timer
1:00
Bestudeer de kaart!
Wat valt je op?

Slide 12 - Slide

Doel van de slide: leerlingen krijgen 1 minuut de tijd om de kaart rustig te bestuderen.

Bron:


Noem iets dat je is opgevallen aan de kaart, waarvan je denkt dat je klasgenoten het misschien niet gezien hebben. 

Slide 13 - Open question

Doel van de slide:
Nadenken over de voor- en nadelen van verschillende projecties. Een mening vormen. 
Hier staan verschillende dorpen van gevluchte slaafgemaakten in brand. De koloniale machthebbers noemen de mensen die uit slavernij vluchten 'wegloopers'. De brandende dorpen lijken een overwinning van de machthebber, maar in werkelijkheid treffen de koloniale troepen de dorpen steeds leeg aan. De Marrons weten elke keer hun dorpen op tijd te verlaten.
In dit kader staat opgeschreven aan wie deze kaart gericht is. De tekst begint met "Aan de Edele Groot Agtbare Heeren". Deze heren bevinden zich in de Republiek en hebben allen een belang in Suriname. Zij zijn bijvoorbeeld plantage-eigenaren of aandeelhouders. 
Zij komen zelf vrijwel nooit in Suriname.
Hier zien we gevechten tussen koloniale militairen en mensen die gevlucht zijn uit slavernij. De koloniale machthebber is in deze afbeeldingen steeds aan de winnende hand. Dit was in werkelijkheid niet zo.
Vanaf de 17e eeuw worden slaafgemaakten op grote schaal vanuit West-Afrika naar plantages in Suriname gevoerd. In de jungle om de plantages heen stichten gevluchte slaafgemaakten nieuwe dorpen en gemeenschapen. Zij worden door de koloniale machthebber Marrons genoemd. Er wordt veel gestreden tussen de gevluchte slaafgemaakten en de koloniale overheersers, zoals ook is weergegeven op de kaart. De kaartmaker wekt de indruk alsof de gevluchte slaafgemaakten steeds verliezen, maar in werkelijkheid is dit absoluut niet het geval. De koloniale machthebber kent het gebied veel slechter en krijgt geen controle over de groepen die uit slavernij weten te vluchten.

Slide 14 - Slide

Doel van de slide: 
Meer informatie vergaren over de kaart.

Bestudeer gezamenlijk de kaart. 

Mogelijke vragen om tot een gesprek te komen:
Komt de kaart neutraal over? Zo ja, waardoor komt dat? 

Hadden de leerlingen de brandende dorpen in eerste instantie gezien?

Wie zou opdracht hebben gegeven tot het maken van deze kaart? Waarom?

Is de informatie op de kaart betrouwbaar? Of objectief? 

Bron:

Het doel van deze kaart is...
A
Verslag uitbrengen van de overwinning van de koloniale machthebbers op de Marrons.
B
Het zo duidelijk mogelijk in kaart brengen van alle plantages en eigenaren.
C
Het geruststellen van de aandeelhouders en plantage-eigenaren in Amsterdam.
D
Overdrijven hoe machtig de koloniale machthebber is in Suriname.

Slide 15 - Quiz

Doel van de slide: met de vergaarde informatie afwegen welk doel de kaart moet hebben gehad.

Het juiste antwoord is: C het geruststellen van de aandeelhouders en plantage-eigenaren in Amsterdam.
D mag ook goed gerekend worden.

Hoewel de meeste aandeelhouders en plantage-eigenaren nooit in Suriname kwamen, bereikten geruchten over de Marrons de Republiek natuurlijk wel. De mannen die een belang hadden in Suriname zullen dus ongerust zijn geweest: gaat het wel goed daar? In dat licht moet deze kaart bezien worden.
Door deze kaart te bestuderen wordt duidelijk dat kaarten gebruikt kunnen worden om de perceptie van mensen te manipuleren. 

Kaarten ogen vaak objectief. Deze kaart van Suriname komt ook zo over, dankzij de legenda en de nauwkeurigheid van het landschap. Maar de kaart was een propagandamiddel van de koloniale overheid. Het doel was het geruststellen van de aandeelhouders. De kaart geeft niet de werkelijke situatie weer. In werkelijkheid waren de verschillende Marron-gemeenschappen aan de winnende hand, en zag de koloniale overheid zich genoodzaakt vredesverdragen met hen te sluiten. 

Wat is een monopolie?
A
een bedrijf dat handelt in Oost-Indië
B
Een bedrijf dat producten verkoopt in Azië.
C
Een bedrijf dat producten koopt in Azië.
D
een product dat slechts door één partij wordt aangeboden

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Maar ook in het westen
Ook in het westen ging Nederland handelen
Dit gebeurde door de West-Indische Compagnie (WIC)
De WIC handelde vooral in slaven

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wat wordt NIET gebruikt om slaven te kopen?
A
Textiel
B
Kruiden
C
Drank
D
Wapens

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Waarom zouden slaven een brandmerk krijgen van de WIC?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Waarom zou een slavenhandelaar het erg vinden dat één van de slaven sterft?
A
Dat vindt hij helemaal niet erg
B
Dan kan hij deze niet meer verkopen
C
Hij leeft erg mee met de slaven
D
Dan moet het weer opgeruimd worden

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Voor hoeveel procent van de totale slavenhandel is Nederland verantwoordelijk?
A
50%
B
25%
C
55%
D
80%

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Hoe goed denk je dat je weet wat VOC en WIC is?
0100

Slide 23 - Poll

This item has no instructions