AR1 Woordsoorten H1

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Woordsoorten H1

Ik leer over zelfstandige naamwoorden en lidwoorden.

Woordsoorten H1

Zelfstandig naamwoord

Een woord voor een mens, dier, plant of ding.

Bijvoorbeeld: buurvrouw, schildpad, tulp, telefoon

Een naam is ook een zelfstandig naamwoord:

Tim, Schuurmans, Flipper, Ichthus College, Nijmegen, Rijn.

Zo vind je een zelfstandig naamwoord:

- Een z.n. heeft meestal een enkelvoud en een meervoud (vriend - vrienden)

- Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken (vriend - vriendje)

- Je kunt er vaak de, het of een voor zetten (de vriend, een vriend)

Concreet zelfstandig naamwoord (CZN): dit kun je aanraken.

Bijvoorbeeld: balpen, armband + plaatsnamen

Abstract zelfstandig naamwoord (AZN): kun je niet aanraken of bestaat niet.

Bijvoorbeeld: vrede, verliefd, Zweinstijn

telefoon is een ..... zelfstandig naamwoord

1. concreet
2. abstract

vriendschap is een ...... zelfstandig naamwoord

1. concreet
2. abstract

brandweerwagen is een ..... zelfstandig naamwoord

1. concreet
2. abstract

verdienste is een ...... zelfstandig naamwoord

1. concreet
2. abstract

'Liefde' is een ... zelfstandig naamwoord.

1. concreet
2. abstract

tolerantie is een ........ zelfstandig naamwoord

1. concreet
2. abstract

woede is een ...... zelfstandig naamwoord

1. concreet
2. abstract

muziek is een ....... zelfstandig naamwoord

1. concreet
2. abstract

dennenappel is een ...... zelfstandig naamwoord

1. concreet
2. abstract

Carolien gelooft in elfjes.

Zit er een concreet zelfstandig naamwoord in de zin?

1. Nee
2. Ja, Carolien
3. Ja, elfjes
4. Ja, elfjes en Carolien

Een ... zelfstandig naamwoord geeft iets tastbaars aan.

1. concreet
2. onbepaald
3. voelbaar
4. abstract

Wat is het verschil tussen een concreet en een abstract zelfstandig naamwoord?

1. een abstract ZN kun je aanraken
2. een concreet ZN kun je aanraken
3. er is geen verschil
4. de een is een eigen naam

Woordsoorten H1

Lidwoord: hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord

De, het, een.

Bepaald lidwoord: De, het

Onbepaald lidwoord: Een

het =

1. bepaald lidwoord
2. onbepaald lidwoord

een =

1. bepaald lidwoord
2. onbepaald lidwoord

De

1. bepaald lidwoord
2. onbepaald lidwoord

Nederland

1. Onbepaald lidwoord
2. Bepaald lidwoord
3. Zelfstandig naamwoord
4. Bijvoeglijk naamwoord

Duidelijk zo? 

En dan nu: aan de slag!

Maken: Woordsoorsten H1 op Nieuw Nederlands voor vrijdag 29 mei 16.00