PDO - Les 5

PDO
Pedagogiek/Onderwijskunde
 
Boek: 
Opvoeding & ontwikkeling
Hoofdstuk 9 Een veilig klimaat

Blok 02
Les 5
1 / 30
next
Slide 1: Slide
PDOMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

PDO
Pedagogiek/Onderwijskunde
 
Boek: 
Opvoeding & ontwikkeling
Hoofdstuk 9 Een veilig klimaat

Blok 02
Les 5

Slide 1 - Slide

Programma
  • Terugblik hoofdstuk 8 > vragen IO?
  • Introductie 
  • Lesdoelen hoofdstuk 9
  • Wat een kind nodig heeft 
  • Afsluiting 

Slide 2 - Slide

8.1: Waar horen de volgende begrippen bij: doelgericht, bewust, systematisch.
A
Waarnemen
B
Objectief
C
Observeren
D
Subjectief

Slide 3 - Quiz

8.2: Wat is stap 1 uit het stappenplan voor observeren?
A
Achtergrondgegevens verzamelen
B
Welke observatiemethode?
C
Waarom ga je observeren?
D
Rapporteren

Slide 4 - Quiz

8.3: Participerend observeren betekent:
A
Meerdere korte momenten observeren
B
Meedoen in de situatie terwijl je observeert

Slide 5 - Quiz

8.4: Noem een voordeel van mondeling rapporteren.

Slide 6 - Open question

-het kan meteen. De situatie is dan nog
actueel.

-de ander kan meteen reageren.


Voordelen van mondeling rapporteren:

Slide 7 - Slide

8.5: Wat kunnen redenen zijn om met een kindvolgsysteem te werken?

Slide 8 - Open question

Antwoord
  • Gedrag van een leerling vergelijken met het gedrag wat hoort bij de leeftijdsfase.
  • Afwijkingen vroeg herkennen.
  • Ouders meenemen in de ontwikkeling
  • Activiteiten laten aansluiten bij de ontwikkeling van de leerling.
  • Kijken of een leerling mee kan komen met de stof of verlegde instructie/uitdaging nodig heeft.
  • Etc.

Slide 9 - Slide

Hoofdstuk 9
  • 9.1 Wat een kind nodig heeft
  • 9.2 Ik ben ik
  • 9.3 Wijs kinderen de weg
  • 9.4 Wat te doen bij pesten
  • 9.5 Wat te doen bij kindermisbruik

Slide 10 - Slide

Lesdoelen hoofdstuk 9
Aan het eind van hoofdstuk 9

  • Weet je dat een kind veiligheid nodig heeft om zich te kunnen ontwikkelen.
  • Weet je wat autonomie betekent in de ontwikkeling van een kind.
  • Herken je hoe je een kind helpt om het zelf te doen.
  • Heb je inzicht in hoe je groepsklimaat kunt sturen. 
  • Ken je de eerste kenmerken van pestgedrag in een groep.

Slide 11 - Slide

Lesdoel les 5
Aan het eind van deze les:

  • Kun je minimaal twee punten opnoemen , die een kind nodig heeft om zich veilig te voelen.
  • Kun je minimaal twee hechtingstypen opnoemen.
  • Kun je minimaal twee manieren opnoemen hoe je een kind een veilig gevoel kunt geven.

Slide 12 - Slide

Waarom is een vertrouwensfiguur voor kinderen belangrijk?

Slide 13 - Open question

Een vertrouwensfiguur geeft je een gevoel van veiligheid.
 Iemand die je begrijpt, kan bijsturen en je ondersteund.

Kinderen (en mensen in het algemeen) ontwikkelen zich beter in een veilige omgeving.

-ouders, andere familieleden, leerkrachten, stagiaires, vrienden, e.d.

Slide 14 - Slide

9.1 Wat een kind nodig heeft
Werken in de praktijk (blz. 242)


Vertrouwensfiguur
Relatie opbouwen

Slide 15 - Slide

Wat heeft een kind dan nodig?
  • Aandacht en voorspelbaarheid
  • Zich veilig voelen
  • Een kind hecht zich
  • Verschillende hechtingstypen
  • Geef een kind een veilig gevoel
  • Contact maken
  • Openstaan voor gevoelens
  • Belonen en straffen



In de volgende dia's bespreken we elk punt.

Slide 16 - Slide

Aandacht en voorspelbaarheid 


Onverdeelde aandacht is belangrijk voor vertrouwen.

Voorspelbaarheid is belangrijk voor een veilig gevoel. Zo kunnen ze hun wereld overzien

Slide 17 - Slide

Zich veilig voelen

Grenzen aangeven geeft een veilig gevoel.

Vaste volgorde bij activiteiten geeft structuur (link met voorspelbaarheid).

Slide 18 - Slide

Een kind hecht zich 
Hechting geeft het kind een veilige basis. De eenkennigheidsfase rond 6 maand is het begin van de hechting.
Is een kind veilig gehecht, dan kan het nieuwe situaties makkelijker aan.


Verschillende hechtingstypen:
  • A-kinderen: Onveilig-vermijdend gehecht
  • B-kinderen: Veilig gehecht
  • C-kinderen: Onveilig afwerend gehecht
  • D-kinderen: Onveilig-gedesorganiseerd gehecht


Slide 19 - Slide

Onveilig-vermijdend gehecht
  • Er is sprake van een zeer onderzoekende houding.

  • Het spel is over het algemeen redelijk oppervlakkig 
    (een kind zal snel verveeld zijn en overgaan tot een ander spel).

Slide 20 - Slide

Veilig gehecht
  • Er is een balans tussen ondernemend gedrag en hechtingsgedrag.


  • Als ouders of verzorgers in de buurt zijn, hebben ze een onderzoekende houding en gaan rustig hun eigen gang. 

Slide 21 - Slide

Onveilig-afwerend gehecht
  • Hangt meer dan gebruikelijk aan de ouder of verzorger.


  • Er wordt meestal heftig gereageerd als de ouder of verzorger de ruimte verlaat. 

Slide 22 - Slide

Onveilig-gedesorganiseerd gehecht
  • Het kind weet eigenlijk niet goed hoe het op de ouder of verzorger moet reageren.


  • Het kan het ene moment een angstige reactie vertonen en het andere moment gaan lachen. 

Slide 23 - Slide

Hechtingsproblemen in de klas

Hoe herken je het in de klas? Kijk t/m 2 min en 50 sec.



Slide 24 - Slide

Hoe zorg je als
opvoeder/begeleider/leerkracht
voor een veilige hechting?

Slide 25 - Mind map

Hoe zorg je voor een veilige hechting?
  • Geef een kind een veilig gevoel
Soms heeft een kind behoefte aan troost of gezelligheid.

  • Contact maken
Veroordeel niet, maar biedt een luisterend oor.

  • Openstaan voor gevoelens
Herken angst en verdriet, geef complimentjes en toon interesse.
  • Belonen en straffen
Bied regels en structuur, stel grenzen en wees consequent.

Slide 26 - Slide

Opdracht
Bedenk concrete praktijkvoorbeelden ...

Wanneer heb jij:
  1. Een kind een veilig gevoel gegeven ...
  2. Echt contact gemaakt ...
  3. Opengestaan voor gevoelens ...

Slide 27 - Slide

Positief onderwijs
Een dag in de klas van juf Nicky

Slide 28 - Slide

Lesdoelen
  • Je kan minimaal twee punten opnoemen wat een kind nodig heeft om zich veilig te voelen.

  • Je kan minimaal twee hechtingstypen opnoemen.

  • Je kan minimaal twee manieren opnoemen hoe je een kind een veilig gevoel kunt geven.

Slide 29 - Slide

Volgende week
Basisboek
Stof herhalen: 9.1
Doorlezen: 9.2

Werkboek
Maken: opdrachten 9.1


Slide 30 - Slide