11.1.1 Lijndiagrammen lezen

Welkom
Dit leg ik op tafel:
Laptop --> Dicht
Etui --> 
Map
Gelukt = stil zijn
1 / 11
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Dit leg ik op tafel:
Laptop --> Dicht
Etui --> 
Map
Gelukt = stil zijn

Slide 1 - Slide

Planning
Uitleg 10 of 20 min
Zelfstandig werken 15 min
Zachtjes werken 15min

Slide 2 - Slide

Vorige les

Slide 3 - Slide

Trede 11: grafieken
In trede 8 heb je kennisgemaakt met grafieken en je hebt zelfs een aantal grafieken getekend. Een ander woord voor grafiek is lijndiagram en zoals je misschien nog weet, geven lijndiagrammen/grafieken verbanden aan. In trede 8 zijn alleen lineaire verbanden behandeld en dus waren de bijbehorende grafieken rechte lijnen. Er zijn echter veel meer soorten verbanden en dus ook allerlei lijndiagrammen! In deze trede ga je verschillende lijndiagrammen zien, ze aflezen en ze tekenen.

Slide 4 - Slide

Lesdoelen
  1. Je legt uit dat een grafiek een verband aan kan geven en je gebruikt het begrip 'verband'.
  2. Je legt uit wat een grafiek is.
  3. Je gebruikt de woorden 'stijgen', 'dalen', 'constant', 'maximum' en 'minimum' en je wijst deze begrippen in een grafiek aan.
  4. Je leest in een grafiek af of iets snel of langzaam stijgt of daalt en je benoemt wat dat betekent.
  5. Je leest waarden uit een grafiek af.
  6. Je benoemt wat een zaagtand (scheurlijn) is en waarom die wordt gebruikt.

Je kiest uit een aantal grafieken de grafiek die bij een verhaal past.
Je gebruikt de woorden 'horizontale as' en 'verticale as' en je wijst in een grafiek de horizontale en verticale as aan.
Je legt de betekenis van een punt in een grafiek uit (omdat er betekenis aan de assen wordt gegeven).







Slide 5 - Slide

Theorie
  • Grafiek
  • Aflezen en waarden
  • Verband ( 'hoe ... , hoe.......' zin)
  • Stijgen, dalen of constant
  • Snel of langzaam


Slide 6 - Slide

Theorie
Zaagtand

Slide 7 - Slide

We gaan aan de slag!
Trede 11 -> 11.1.1

Slide 8 - Slide

Lesdoelen
  1. Je legt uit dat een grafiek een verband aan kan geven en je gebruikt het begrip 'verband'.
  2. Je legt uit wat een grafiek is.
  3. Je gebruikt de woorden 'stijgen', 'dalen', 'constant', 'maximum' en 'minimum' en je wijst deze begrippen in een grafiek aan.
  4. Je leest in een grafiek af of iets snel of langzaam stijgt of daalt en je benoemt wat dat betekent.
  5. Je leest waarden uit een grafiek af.
  6. Je benoemt wat een zaagtand (scheurlijn) is en waarom die wordt gebruikt.

Je kiest uit een aantal grafieken de grafiek die bij een verhaal past.
Je gebruikt de woorden 'horizontale as' en 'verticale as' en je wijst in een grafiek de horizontale en verticale as aan.
Je legt de betekenis van een punt in een grafiek uit (omdat er betekenis aan de assen wordt gegeven).







Slide 9 - Slide

Huiswerk
11.1.1

Slide 10 - Slide

Lesdoelen

Slide 11 - Slide