Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1
This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Intro 2.3
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
Begin paragraaf 2.3: De aarde beeft.
Opdrachten maken.
Quiz.
Slide 2 - Slide
Aan het einde van deze les...
...weet je hoe de aarde is opgebouwd.
...begrijp je waarom aardkorstplaten bewegen en hoe gebergten ontstaan.
Slide 3 - Slide
Aardbevingen.
Komen er in Nederland aardbevingen voor?
Slide 4 - Slide
Vragen bij het filmpje.
1. Hoe heten de drie aardlagen?
2. Aardkorstplaten bewegen. Hoe kan dat?
3. Hoe ontstaan gebergten?
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Vragen bij het filmpje.
1. Hoe heten de drie aardlagen?
2. Aardkorstplaten bewegen. Hoe kan dat?
3. Hoe ontstaan gebergten?
Slide 7 - Slide
Werken in stilte (10 minuten)
1. Lezen leerstof op p. 69 en p. 70.
2. Beginnen aan de opdrachten.
HUISWERK VOOR VRIJDAG: opdracht 1 t/m 9 (p. 68 t/m 73) en opdracht 1 t/m 5 (p. 76 t/m 78)
timer
10:00
Slide 8 - Slide
Quiz
Slide 9 - Slide
Het Romeinse rijk werd bestuurd door?
A
De koning
B
De keizer, met hulp van zijn ambtenaren.
C
De keizer met hulp van zijn soldaten.
D
De paus.
Slide 10 - Quiz
Wat is politiek?
A
Alles wat met het besturen van een land te maken heeft.
B
Een verdrag of overeenkomst.
C
Geld of goederen die je moet betalen aan het bestuur.
D
Gebied binnen een grens met een bestuur.
Slide 11 - Quiz
"Samenleving met steden waar een klein deel van de bevolking leeft van wat ze zelf maken en verkopen, terwijl de meeste mensen op het plattenland leven van landbouw."
A
Samenleving van jager-verzamelaars.
B
Stedelijke samenleving.
C
Landbouwsamenleving.
D
Landbouwstedelijke samenleving.
Slide 12 - Quiz
Hoe wordt het heilige boek van joden genoemd?
A
Tempel.
B
Synagoge.
C
Thora.
D
Bijbel.
Slide 13 - Quiz
De keizer is de baas van de katholieke kerk. Waar of niet waar?
A
Waar.
B
Niet waar.
Slide 14 - Quiz
De volksverhuizingen waren één van de oorzaken van het uiteenvallen van het Romeinse rijk. Waar of niet waar?
A
Waar.
B
Niet waar.
Slide 15 - Quiz
In Nederland komen geen aardbevingen voor. Waar of niet waar?