This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Scheidingsmethoden
Slide 1 - Slide
welke kenmerken hoort bij deze mengsels:
Oplossing
supsensie
vaste stof opgelost in water
Troebel
Helder
Scheiden door filtreren
Scheiden door indampen
mengsel van vaste stof en vloeistof
Slide 2 - Drag question
De scheiding is op basis van:
Scheidingsmethode
Filtreren
Bezinken
Extraheren
Adsorberen
Indampen en destileren
Deeltjesgrootte
Oplosbaarheid
Kookpunt
Dichtheid
aanhechtingsvermogen
Slide 3 - Drag question
Bezinken
Destilleren
Indampen
Filtreren
Slide 4 - Drag question
afgieten
suspensie
bezinken
Slide 5 - Drag question
Suspensie
Residu
Filtraat
Slide 6 - Drag question
Destilleren heeft veel overeenkomsten met indampen, maar er is ook een belangrijk verschil. Wat is het verschil tussen destilleren en indampen?
A
Bij destilleren vang je de vloeistof die verdampt is weer op.
B
Bij indampen vang je de vloeistof die verdampt is weer op.
C
Destilleren gebeurt bij een hogere temperatuur.
D
Bij indampen kookt de vloeistof bij een lagere temperatuur.
Slide 7 - Quiz
Indampen pas je toe bij een oplossing waarbij je:
A
De stof met het hoogste kookpunt wilt bewaren
B
Beide vloeistoffen wilt bewaren
Slide 8 - Quiz
Je hebt 2 stoffen die je gaat scheiden met destilleren: kookpunt 1 is 78 gr. Celsius en de andere 100 gr. Celcius. Kunnen deze stoffen gescheiden worden dmv. destilleren?
A
Nee, want de kookpunten liggen niet ver genoeg uit elkaar.
B
Ja, want de kookpunten liggen ver genoeg uit elkaar.
C
Nee, want je hebt de dichtheid nodig van beide stoffen om het te kunnen bepalen.
Slide 9 - Quiz
Met actieve kool (norit) kunnen smaak-, geur en/of kleurstoffen worden verwijderd.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Sleep de juiste scheidingsmethode naar het mengsel