Opfrissen: Resulterende kracht en grafieken (par. 4.1)
Nieuw: Arbeid (par. 4.2)
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Planning
Opfrissen: Resulterende kracht en grafieken (par. 4.1)
Nieuw: Arbeid (par. 4.2)
Slide 1 - Slide
Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand
Slide 2 - Quiz
Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand
Slide 3 - Quiz
Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand
Slide 4 - Quiz
Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand
Slide 5 - Quiz
Fres<0
Fres>0
Fres=0
Slide 6 - Drag question
Slide 7 - Video
In welke van onderstaande situaties wordt wél arbeid verricht?
A
Je wint met armpje drukken van je broertje
B
Je duwt tegen een muur in je huis
C
Je houdt een bal stil in je handen
Slide 8 - Quiz
De negatieve arbeid op een auto zorgt ervoor dat:
A
De auto sneller gaat
B
De auto achteruit beweegt
C
De auto remt
D
De auto stopt gelijk
Slide 9 - Quiz
De arbeid die de luchtweerstandskracht verricht, is altijd negatief.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quiz
Wat is de eenheid van Arbeid
A
N
B
Nm
C
J
D
W
Slide 11 - Quiz
Bij het gewichtheffen lukt het een deelnemer om een gewicht van 200 kg boven zijn hoofd te krijgen op 2,2m hoogte. Bereken de arbeid die daar voor nodig is. F=m*g; neem g=10
A
9,1Nm
B
4400Nm
C
440Nm
D
Aliens
Slide 12 - Quiz
Een jongen trekt een slee voort. De kracht voor het trekken aan de slee is 75 N. Bereken de arbeid als de jongen de slee 12 m trekt.