Dinsdag 12 april

Goedemorgen! 
Goed dat je er bent.
 

  • Maak je mobiel alvast klaar om in te leveren.
  • Pak je Chromebook en meld je aan voor de LessonUp van vandaag. 

1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Goedemorgen! 
Goed dat je er bent.
 

  • Maak je mobiel alvast klaar om in te leveren.
  • Pak je Chromebook en meld je aan voor de LessonUp van vandaag. 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Link

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

1e lesuur:
8:45 - 09:30
Nederlands


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

2e lesuur:
9.15 - 9.40
Wiskunde

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

3e & 4e lesuur:
10.00 - 12.00
Techniek Bogerman



Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Pauze

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

5e lesuur:
12.30 - 13.15
Engels

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

6e lesuur:
13.15 - 14.00
Biologie

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
  • Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.
  • Je kunt omschrijven wat een genotype en fenotype is.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Genotype
In elke celkern van je lichaam liggen informatie voor al je erfelijke eigenschappen. Dit zijn chromosomen. Chromosomen zijn lange dunne draden. Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA. DNA is een stof waarin de informatie voor erfelijke eigenschappen ligt. .

Het genotype van een organisme is de
informatie voor de erfelijke eigenschappen 
van dat organisme. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn uiterlijke kenmerken en noem een voorbeeld

Slide 17 - Open question

Kenmerken buitentkant waaraan je iemand kan herkennen.

Kleur ogen, haar kleur, haarvorm.. 
Fenotype
Je fenotype kan veranderen door je omgeving. Je kan bijvoorbeeld ervoor kiezen om je haar blond te verven. Jouw fenotype verandert dan, je genotype niet. Voor elke eigenschap heb je een gen, je hebt bijvoorbeeld een gen dat codeert voor haarkleur, voor oogkleur, voor krullend of stijl haar, en nog veel meer.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Welke stof bevat de informatie voor al je erfelijke eigenschappen?
A
Genotype
B
Fenotype
C
DNA

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Een meisje met steil haar laat bij de kapper krullen zetten. Verandert hierdoor het fenotype van dit meisje?

Slide 20 - Open question

ja
Hetzelfde meisje (steil haar maar gekruld bij de kapper) kan ze de eigenschap 'krullend haar' doorgeven aan het kind?

Slide 21 - Open question

nee
Aan de slag!
timer
30:00

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

14.00 - 14.30
SoVa/Burgerschap/LOB/Ontspanning

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting

Slide 26 - Slide

This item has no instructions