SATZ der Woche

Satz der Woche
Guten Morgen!  /Guten Tag

Wie geht es dir? 

Wie geht es Ihnen? 

1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Satz der Woche
Guten Morgen!  /Guten Tag

Wie geht es dir? 

Wie geht es Ihnen? 

Slide 1 - Slide

Satz der Woche
und anderes.......
Darf ich bitte auf die Toilette gehen?

Slide 2 - Slide

JEIN = "JA en Nein"

Slide 3 - Slide

Satz der Woche
Ich habe mein Deutschbuch vergessen.

Slide 4 - Slide

Satz der Woche
Ich habe mein Heft vergessen.

Slide 5 - Slide

Als je nogal druk beweegt ben je een Zappelphillip

Slide 6 - Slide

Satz der Woche
Ich verstehe nur Bahnhof!

Slide 7 - Slide

Mobieltje = HANDY
Duitsers zijn al een aantal jaren gek op Engels. Een mobieltje heet in het Duits een Handy. Het woord “Handy” is een een typisch geval van het beruchte Denglisch, een soort Duits - Engels. Het woord Handy bestaat niet in het Engels. 

Slide 8 - Slide

Satz der Woche
Ich habe meine Hausaufgaben nicht gemacht.

Slide 9 - Slide

STUR = koppig
( niet : stoer)
Als je bijvoorbeeld een film geweldig vindt zeg je: dieser Film ist echt der Hammer“.

Vet, kicke, te gek, cool of stoer is in het Duits geil, cool, fett, krass of echt stark. 


Slide 10 - Slide

Satz der Woche
Haben Sie die Noten?

Slide 11 - Slide

Dalli, Dalli
Als je wilt dat iets snel gaat zeg je:
"los, dalli dalli !!"

Slide 12 - Slide

Satz der Woche
Ich habe eine Frage.

Slide 13 - Slide

Wischiwaschi
En als iemand zegt: Das ist doch alles nur Wischiwaschi, bedoelt hij dat iemand wartaal of onzin uitkraamt. 

Slide 14 - Slide

doof = stom,dom
Als een Duitser vraagt: Bist du "doof" ?, dan bedoelt hij: 
Ben jij "stom of dom"?

niet kunnen horen= taub

Slide 15 - Slide

Satz der Woche
Können Sie mir helfen?
(kunt U mij helpen?)

Slide 16 - Slide

Kleinkind
"Kleinkind"=  een klein kind.

Niet: kleinkind van oma

Slide 17 - Slide

Satz der Woche
Wo sind wir? Ich habe nicht aufgepasst.
(waar zijn we? ik heb niet opgelet.)

Slide 18 - Slide

Satz der Woche
Schönes Wochenende!
(fijn weekend!)

Slide 19 - Slide