Als je nogal druk beweegt ben je een Zappelphillip
Slide 6 - Slide
Satz der Woche
Ich verstehe nur Bahnhof!
Slide 7 - Slide
Mobieltje = HANDY
Duitsers zijn al een aantal jaren gek op Engels. Een mobieltje heet in het Duits een Handy. Het woord “Handy” is een een typisch geval van het beruchte Denglisch, een soort Duits - Engels. Het woord Handy bestaat niet in het Engels.
Slide 8 - Slide
Satz der Woche
Ich habe meine Hausaufgaben nicht gemacht.
Slide 9 - Slide
STUR = koppig
( niet : stoer)
Als je bijvoorbeeld een film geweldig vindt zeg je: “dieser Film ist echt der Hammer“.
Vet, kicke, te gek, cool of stoer is in het Duits geil, cool, fett, krass of echt stark.
Slide 10 - Slide
Satz der Woche
Haben Sie die Noten?
Slide 11 - Slide
Dalli, Dalli
Als je wilt dat iets snel gaat zeg je:
"los, dalli dalli !!"
Slide 12 - Slide
Satz der Woche
Ich habe eine Frage.
(ik heb een vraag)
Slide 13 - Slide
Wischiwaschi
En als iemand zegt: Das ist doch alles nur Wischiwaschi, bedoelt hij dat iemand wartaal of onzin uitkraamt.
Slide 14 - Slide
doof = stom,dom
Als een Duitser vraagt: Bist du "doof" ?, dan bedoelt hij: