...kun je het werkwoord 'avoir' vervoegen met al de bijbehorende personen.
...kun je het werkwoord 'avoir' vertalen naar het Nederlands plus al de vervoegingen.
...kun je familieleden als 'père', 'mère', en 'frère' vertalen.
...kun je 'Frankrijk' en 'de pannenkoek' vertalen naar het Frans.
Slide 3 - Slide
Presentie
Slide 4 - Slide
- Frans feitje -
Frankrijk is een echt kaasland
In Nederland eten we veel kaas, maar in Frankrijk doen ze er een schepje bovenop. Wist je dat er ongeveer 1200 soorten kaas in Frankrijk worden gemaakt?
(2m02)
Slide 5 - Slide
Formatieve toets voca F (5 min)
Open de klassenomgeving van LessonUp en zoek naar
'Voca F, Boek 1A VWO'
Deze staat in de volgende map: 'formatieve voca toetsen'
Het maakwerk:
Faire (maken) ex. 30a, b, c + 31d, e op p.48-49 + 4a en b op p.140
Slide 6 - Slide
Il en elle vs ils en elles -Hoe zat het ook alweer?
Je kunt namen vervangen voor persoonlijke voornaamwoorden.
Één naam: il of elle
Twee namen: ils of elles
Voorbeeld:
Adam a > Il a, Adam et David ont > ils ont
Sophie a > elle a, Sophie et Eva ont > elles ont
Slide 7 - Slide
Avoir (=hebben)
Slide 8 - Slide
Nakijken (10 min)
Open je boek op p.48-49 en daarna op p.140
30a, b, c + 31d, e + 4a en b
Slide 9 - Slide
Avoir verder oefenen (15 min)
Op de volgende manier gaan we verder met het oefenen van 'avoir':
We openen Quizlet en je schrijft je in, in de klassenomgeving: