V6 uiteenzetting

Welkom v6
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Welkom v6

Slide 1 - Slide

Programma

  1. Tips deel 1 + feedback
  2. Peerfeedback
  3. Tips deel 2
  4. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Slide

Titel
  • Vergeet hem niet!
  • Geen standpunt (het is een uiteenzetting, geen betoog) 
  • Wees origineel (dus niet alleen het onderwerp noemen, denk aan een rijmpje o.i.d.)
  • Niet te lang!

Slide 3 - Slide

Goeie titels
Wonen in een klimaatparadijs - pakkend, maak hem ook passend!

Gezond eten maken, hoe doe ik dat? - prikkelend!

Natte voeten ...of toch niet.  - maak hem ook nog passend!




Slide 4 - Slide

Minder goede titels
De nutri-score van A tot E - beetje lang en geeft direct het onderwerp weg

Klimaatbestendig wonen - kan prikkelender!

Liever groen en gezond dan niet groen en niet gezond? - beetje vaag en lang

Wordt Tinnitus een groot probleem? - je geeft én het onderwerp meteen weg en er staat een spelfout in (tinnitus heeft geen hoofdletter)



Slide 5 - Slide

Inleiding
  • Vermijd clichés en standaardformuleringen (Iedereen heeft er wel van gehoord = cliché) (heb je er waarschijnlijk wel wat van gehoord = cliché)
  • Denk aan het bruggetje tussen je manier van aandacht trekken (anekdote, stukje geschiedenis, actualiteit of belang van de lezer) en je vraag.
  • Gebruik in ieder geval een manier van aandacht trekken! Die mis ik nogal eens!

Slide 6 - Slide

Kern
  • Gebruik aan het begin van elke alinea een signaalwoord, maar zorg ook voor afwisseling in je signaalwoorden.
  • Per alinea een voor- of nadeel!
  • Gebruik evenveel voor- als nadelen
  • Zorg voor een goede alinea-indeling: kernzin met signaalwoord/onderbouwing/slotzin van de alinea: elk deelonderwerp heeft zijn eigen alinea. 

Slide 7 - Slide

Goede zinnen
Het is dus redelijk recent officieel ingevoerd, maar het concept is in Europa en zelfs in Nederland niet nieuw. - Aan het einde van de alinea, mooie afsluiting.

Daarnaast speelt niet alleen het water een rol maar denk ook aan hitte - signaalwoord = goed! Alleen nog even een komma voor 'maar'.

Tot slot moet je ook kijken naar de ligging van je woning. Nederland is een laaggelegen land. Door de opwarming van de aarde, smelt het ijs en ligt de zeespiegel steeds hoger. Dit betekent dat er een grote kans bestaat dat er in de toekomst een deel van Nederland zal overstromen. - Deze zinnen vloeien! Signaalwoord aan het begin, verwijswoorden = goed!

Slide 8 - Slide

Minder goede zinnen
Het RIVM heeft de Nutri-score erg recent ingevoerd. Met ingang van dit jaar heeft de overheid de Nutri-score ingevoerd. - Twee dezelfde soort zinnen?

Door de harde klap die je op je hersenen krijgt is de kans groter dat je door hersenkneuzing of hersenschudding ook Tinnitus kan krijgen. - Welke harde klap? En zin loopt niet lekker. Verder wederom tinnitus is met een kleine letter. Let ook op formuleerfouten en leestekens.

Het fenomeen Nutri-score is niet gebaseerd op het meeste gezonde product. Het vergelijkt namelijk alleen dezelfde soort producten. - Vaag en plak de zinnen aan elkaar. 


Slide 9 - Slide

Slot
  • Geef aan het begin van je slot duidelijk de conclusie ( = antwoord op de vraag).

  • Gebruik iets (voorbeeld/anekdote) uit je inleiding om de cirkel rond te maken.

Slide 10 - Slide

Goed slot
Samengevat, de Nutri-Score is een relatief nieuw fenomeen in de supermarkt. Hij beoordeeld producten van dezelfde categorie op de aanwezigheid of afwezigheid van bepaalde voedingsstoffen en bepaalt daarmee of een product gezond, of ongezond is. Het Nutri-Score label staat niet op alle producten; de meeste A-merk producten missen zo een label en onverpakt voedsel mist hem ook.
Experts twijfelen nog aan het succes van de Nutri-Score, ze betwijfelen of dat het echt zal leiden tot gezondere keuzes van de consument in de supermarkt.
De Nutri-Score is dus langzaamaan de race begonnen om de titels van gezondheid te veroveren, nu alleen jij nog!

Slide 11 - Slide

Peerfeedback
  •  schrijf een oefentekst en laat een van je klasgenoten ede tekst rustig doorlezen.
  •  Lees de tekst nu intensief met een rode pen! Streep alles aan wat fout of onduidelijk is!
  •  Geef nuttige feedback!

Slide 12 - Slide

Plagiaat
  • Meer dan acht/tien woorden letterlijk overnemen uit een bron is plagiaat!
  • Vermeld bij elke zin of na elke alinea waar je informatie vandaan komt (bron!)
  • Niet roeptoeteren!

Slide 13 - Slide

Voorbeelden
Voorbeelden zorgen voor herkenning bij de lezer. 

Alhoewel de verblijven in dierentuinen de afgelopen twintig jaar wat groter en wat natuurlijker zijn geworden, blijven ze toch een slap aftrekstel van de natuurlijke leefomgeving van dieren. Denk maar niet dat een gorilla het verschil niet merkt tussen het Afrikaanse regenwoud en de dierentuin van Rotterdam. Zelf naar voedsel zoeken bijvoorbeeld of zelf een partner uitkiezen, kilometers rondtrekken en interactie met andere wilde dieren: het is allemaal onmogelijk in een dierentuin. En de hele dag aangestaard worden door hordes mensen zonder je terug te kunnen trekken, lijkt ook bepaald geen pretje.

Slide 14 - Slide

Vergelijkingen
Met een vergelijking kan je lezer zich een betere voorstelling maken van het onderwerp; je benoemt de overeenkomst tussen het onderwerp (de werkelijkheid) en iets anders (het beeld). 

1. In de schoolbus zaten wij dicht op elkaar.
2. In de schoolbus zaten wij opeengepakt als haringen in een ton.

1. Veel studenten wonen in een huis met troep.
2. Veel studenten wonen in een zwijnenstal.

1. De zon scheen op mijn wangen (en ik vond het fijn).
2. De zon streelde mijn wangen.


Slide 15 - Slide

Zinsbouw
Varieer met verschillende volgordes van zinnen om je tekst levendig te maken.

Hitler werd in 1933 de baas van Duitsland. Hitler wilde dat Duitsland de baas van de wereld zou worden, want hij vond dat het Duitse volk veel beter was dan de andere volkeren. Hij wilde daarom een oorlog beginnen. 

In 1933 werd Hitler de baas van Duitsland. Hitler wilde dat Duitsland de baas van de wereld zou worden, want hij vond dat het Duitse volk veel beter was dan de andere volkeren.  Daarom wilde hij een oorlog beginnen. 

Slide 16 - Slide

Zinslengte

Slide 17 - Slide

Afsluiting en vooruitblik

  • Huiswerk: schrijf een oefenbeschouwing.
  • Meenemen: geprinte versie van de oefenbeschouwing.
  • Programma: werken aan je map/ bekijken en bespreken van de geschreven teksten. Neem dus gewoon ook je eigen laptop mee.
  • Succes!

Slide 18 - Slide