WOE 06/09/23 - 2A - Spelling




WELKOM BIJ HET VAK NEDERLANDS!
 


Mevrouw Duinhouwer
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson




WELKOM BIJ HET VAK NEDERLANDS!
 


Mevrouw Duinhouwer

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Hoe zorgen we samen voor een goede sfeer?
  • Je komt op tijd
  • Bij binnenkomst: telefoon in de telefoontas, jas uit, petje af en spullen op tafel
  • Als ik uitleg en instructie geef:
     - Laptop dicht 
     - Ben je stil
     - Luister je naar de uitleg
  • Als je een vraag hebt, steek je je vinger op (na de uitleg en instructie)
  • Als iemand aan het woord is, luister je naar elkaar 
  • Zorg dat je altijd je spullen bij je hebt (opgeladen laptop, boeken, schrift etc.)
  • Tijdens de uitleg en instructie ga je niet naar de wc
  • Zelfstandig werken: 
       - Als de zandloper op het digibord staat, werk je stil en zelfstandig 

Slide 3 - Slide

LESPROGRAMMA
SPELLING
Opfrissen werkwoordspelling

Slide 4 - Slide

LEERDOELEN

Ik kan de persoonsvorm aanwijzen in een zin.
Ik kan werkwoorden in een zin foutloos spellen.

Slide 5 - Slide

Wat is hier mis gegaan?
Tim werkte als pizzabezorger, maar is gisteravond ontslagen. Hij heeft een pizza afgeleverd, maar was vergeten de ontvanger te laten betalen. 'Ik had een briefje meegekregen waar op stond 'betaald met tien euro', dus toen ben ik meteen weer weggereden'. Hij heeft zijn baas de situatie nog geprobeerd uit te leggen, maar die snapte niet waar Tim het over had. 'Het briefje was duidelijk: hij zou betalen met tien euro. Dat was voor Tim belangrijk om te weten hoeveel wisselgeld hij mee moest nemen'. Tim gaat ergens anders als bezorger aan de slag.

Slide 6 - Slide

Wat is er mis gegaan in de vorige tekst?

Slide 7 - Open question

Het belang van spelling
Wat is het verschil tussen deze twee krantenkoppen?
Premier verbaasd in spannende zaak
Premier verbaast in spannende zaak

Slide 8 - Slide

Waarom moeilijk doen?
Ik word
Jij wordt
Word jij?

Hij bedoelt
Hij heeft bedoeld

Slide 9 - Slide

Tegenwoordige tijd
Ik dans                          Ik loop                        Ik word                     Ik bedoel
Jij danst                       Jij loopt                     Jij word                    Jij bedoel
Dans jij?                        Loop jij?                    Word jij?                  Bedoel jij?
Danst hij?                     Loopt hij?                 Word hij?                Bedoel hij?
Wij dansen                  Wij lopen                   Wij worden            Wij bedoelen

  • Maar waarom dan toch ineens hij heeft bedoeld?

Slide 10 - Slide

Vul de juiste werkwoordsvorm in:

Hij vindt het verschrikkelijk dat je dat zei, ook al had je dat niet zo ...
A
bedoeldt
B
bedoelt
C
bedoeld

Slide 11 - Quiz

Vul de juiste werkwoordsvorm in:

Mijn moeder zegt dat de toon van mijn vader nooit overeenkomt met wat hij ... te zeggen
A
bedoeldt
B
bedoelt
C
bedoeld

Slide 12 - Quiz

Vul de juiste werkwoordsvorm in:

Als ik jou morgen pas ..., vind je dat dan oké?
A
beantwoordt
B
beantwoort
C
beantwoord

Slide 13 - Quiz

Vul de juiste werkwoordsvorm in:

Mijn vader heeft de telefoon na de hackpoging heel lang niet meer ...
A
beantwoordt
B
beantwoort
C
beantwoord

Slide 14 - Quiz

Vul de juiste werkwoordsvorm in:

De schoolleiding wil graag dat die nieuwe docent zo snel mogelijk ... aan de gestelde eisen.
A
beantwoordt
B
beantwoort
C
beantwoord

Slide 15 - Quiz

Vul de juiste werkwoordsvorm in:

Haha, ik zei 1 januari dat ik al sinds vorig jaar niet meer had ... en iedereen lag in een deuk
A
gedouchd
B
gedoucht

Slide 16 - Quiz

OPDRACHT
Ga naar Learnbeat -> Spelling
Maak de opdrachten: 1.1 t/m 1.6

Klaar? Dan pak je je lesboek en lees de theorie op bladzijde 96 en maak de opdrachten 2 t/m 6

Slide 17 - Slide