Wat is het verschil tussen deze twee krantenkoppen?
Premier verbaasd in spannende zaak
Premier verbaast in spannende zaak
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Het belang van spelling
Wat is het verschil tussen deze twee krantenkoppen?
Premier verbaasd in spannende zaak
Premier verbaast in spannende zaak
Slide 1 - Slide
Waarom moeilijk doen?
Ik word
Jij wordt
Word jij?
Hij bedoelt
Hij heeft bedoeld
Slide 2 - Slide
Tegenwoordige tijd
Ik dans Ik loop Ik word Ik bedoel
Jij danst Jij loopt Jij word Jij bedoel
Dans jij? Loop jij? Word jij? Bedoel jij?
Danst hij? Loopt hij? Word hij? Bedoel hij?
Wij dansen Wij lopen Wij worden Wij bedoelen
Maar waarom dan toch ineens hij heeft bedoeld?
Slide 3 - Slide
Verleden tijd
Bij zwakke werkwoordenverandert de persoonsvorm in de verleden tijd (pvvt) niet van klank: klop – klopte; smeed – smeedde; wandel – wandelde.
Slide 4 - Slide
Verleden tijd
Zo schrijf je de persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden
Enkelvoud: ik-vorm tt + de of te: beweerde, landde, danste, berichtte.
Meervoud: ik-vorm tt + den of ten: beweerden, landden, dansten, berichtten.
Slide 5 - Slide
Verleden tijd
Om te bepalen of er de(n) of te(n) achter de ik-vorm komt, gebruik je als ezelsbruggetje ’t (e) x – f (o) k s ch (aa) p. In dat woord zitten de medeklinkers t, x, f, k, s, ch en p. Haal van de infinitief (het hele werkwoord) en af en kijk naar de laatste letter.
Als dat een van deze zeven medeklinkers is, gebruik je te(n). In alle andere gevallen gebruik je de(n).
Slide 6 - Slide
Vul de juiste werkwoordsvorm in:
Hij vindt het verschrikkelijk dat je dat zei, ook al had je dat niet zo ...
A
bedoeldt
B
bedoelt
C
bedoeld
Slide 7 - Quiz
Vul de juiste werkwoordsvorm in:
Mijn moeder zegt dat de toon van mijn vader nooit overeenkomt met wat hij ... te zeggen
A
bedoeldt
B
bedoelt
C
bedoeld
Slide 8 - Quiz
Vul de juiste werkwoordsvorm in:
Als ik jou morgen pas ..., vind je dat dan oké?
A
beantwoordt
B
beantwoort
C
beantwoord
Slide 9 - Quiz
Vul de juiste werkwoordsvorm in:
Mijn vader heeft de telefoon na de hackpoging heel lang niet meer ...
A
beantwoordt
B
beantwoort
C
beantwoord
Slide 10 - Quiz
Vul de juiste werkwoordsvorm in:
De schoolleiding wil graag dat die nieuwe docent zo snel mogelijk ... aan de gestelde eisen.
A
beantwoordt
B
beantwoort
C
beantwoord
Slide 11 - Quiz
Vul de juiste werkwoordsvorm in:
Haha, ik zei 1 januari dat ik al sinds vorig jaar niet meer had ... en iedereen lag in een deuk