Sector: zorg, welzijn en sport (meten is weten)

Meten is weten

1 / 26
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Meten is weten

Slide 1 - Slide

Leerdoel
  • Ik weet wat vitale functies zijn.
  • Ik kan 2 belangrijke vitale functies meten.
  • Ik kan uitleggen wat het belang is van vitale functies.
  • Ik heb een beeld gevormd van het beroep verpleegkunde.

Slide 2 - Slide

Inleiding
Voor deze LOB-opdracht ga je kennismaken met de sector Zorg en Welzijn en kom je meer te weten over het beroep van een Verpleegkundige.

Als Verpleegkundige verleen je zorg aan anderen. Veelal werk je in een ziekenhuis waar je verschillende verpleegkundige taken uitvoert. Zo help je patiënten voor en na operaties, stel je diagnoses, overleg je met artsen en behoud je het contact met de familie van de patiënten. Het beroep doet een groot beroep op je sociale vaardigheden en biedt veel afwisseling, omdat elke dag weer anders is. Het afgelopen jaar is de zorg veel in het nieuws geweest. Covid-19 heeft namelijk een groot beroep gedaan op het zorgpersoneel die met elkaar heel hard hebben moeten werken om alle Covidpatiënten zo goed mogelijk te verzorgen.

In deze LOB-opdracht laten we je de basis van het beroep van een Verpleegkundige ervaren. We beginnen daarom bij het begin namelijk het meten van de vitale functies. Dit is een belangrijke eerste stap om een diagnose te kunnen stellen. Door deze LOB-opdracht hopen we dat je iets van het vak ervaart, waardoor je bij jezelf na kunt gaan of dit je interesse heeft en bij je past.

Slide 3 - Slide

Introductie

Slide 6 - Slide

Kijkopdracht
Bekijk de Skills sectorvideo op de volgende pagina en beantwoord achteraf de volgende vragen: 
1. Aan welke beroepen denk je bij de sector Zorg en Welzijn?
2. Welke kwaliteiten moet je hebben om werkzaam te kunnen zijn in de sector Zorg en Welzijn?
3. Spreekt sector Zorg en Welzijn je aan? Waarom wel of niet?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

1. Aan welke beroepen denk je bij de sector Zorg en Welzijn?

Slide 9 - Open question

2. Welke kwaliteiten moet je hebben om werkzaam te kunnen zijn in de sector Zorg en Welzijn?

Slide 10 - Open question

3. Spreekt sector Zorg en Welzijn je aan? Waarom wel of niet?

Slide 11 - Open question

Wat zijn vitale functies?
Zoek op internet informatie op over de vitale functies en beantwoord de vragen.

Slide 12 - Slide

Wat zijn vitale functies?

Slide 13 - Open question

Wat is het belang van vitale functies?

Slide 14 - Open question

Welke meetinstrumenten worden er gebruikt om de vitale functies op te meten?

Slide 15 - Open question

Ervarende opdracht I: Hoe meet je de hartslag?
Samen met je klasgenoot ga je een belangrijke vitale functie meten namelijk de hartslag. Het meten van de hartslag doe je als volgt: Tel gedurende 15 seconden het aantal slagen en vermenigvuldig dat getal met vier. Dat is het aantal keer dat je hart per minuut klopt.

1. Bekijk het instructiefilmpje en bespreek samen op welke manier je elkaars hartslag het beste kunt meten.
2. Meet bij je klasgenoot de hartslag. Dit doe je zowel in een ontspannen toestand (zittend), na een lichte inspanning (rustig looptempo) en na een intensieve inspanning (2x 30 seconden knieheffen).
3. Noteer de opgemeten hartslag als volgt:
  • De hartslag in een ontspannen toestand is ………. slagen per minuut. 
  • De hartslag na een lichte inspanning is ………. slagen per minuut.
  • De hartslag na een intensieve inspanning is ………. slagen per minuut.

Slide 16 - Slide

Lever een foto in van je meting.

Slide 17 - Open question

Ervarende opdracht II: Hoe meet je de ademhaling?
Naast het opmeten van de hartslag is ook de ademhaling een belangrijke vitale functie. In deze opdracht ga je daarom met een klasgenoot leren hoe je dat moet doen.
1. Lees de volgende instructie:
  • Kijk naar het op en neer gaan van de borst. Houd eventueel je arm op je borst zodat dit beter zichtbaar is.
  • Elke in-en uitademing is 1 ademhaling.
  • Start met het opmeten van de inademing.
  • Pak de timer erbij.
  • Vermenigvuldig het aantal ademhalingen per 30 seconden met 1 tot 2 minuten. Dat is het aantal keer dat je per minuut ademhaalt.
2. Meet samen met een klasgenoot elkaars ademhaling. Dit doe je zowel in een ontspannen toestand (zittend) en na een intensieve inspanning (2x 30 seconden knieheffen).
3. Noteer de opgemeten ademhaling als volgt:
  • De ademhaling in een ontspannen toestand is ……… ademhalingen per minuut.
  • De ademhaling na een intensieve inspanning is ……… ademhalingen per minuut.

Slide 18 - Slide

Lever een foto in van je meting.

Slide 19 - Open question

Adem een halve minuut door een rietje en omschrijf wat je ervaart?

Slide 20 - Open question

Afsluitende opdracht
Zoek de verschillen.

Slide 21 - Slide

Ken je iemand in je eigen omgeving die afwijkende vitale functies heeft? Zo ja, weet je ook waarom?

Slide 22 - Open question

Welke verschillen zijn je opgevallen in je eigen metingen tijdens de ervarende opdracht I & II?

Slide 23 - Open question

Wat heb je geleerd van de ervarende opdracht I & II? Noteer de belangrijkste ervaring.

Slide 24 - Open question

Heeft het beroep van een Verpleegkundige jouw interesse? Waarom wel/niet?

Slide 25 - Open question

Welke persoonlijke eigenschappen sluiten aan bij het beroep van een Verpleegkundige?

Slide 26 - Open question