Hoe ga je om met bronnen?

Examentraining
Hoe ga je om met bronnen?
1 / 13
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Examentraining
Hoe ga je om met bronnen?

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Verschillende bronnen 
  • Voorbeelden
  • Oefenen

Slide 2 - Slide

Verschillende soorten bronnen in je examen
  • Spotprenten
  • Afbeeldingen
  • Teksten

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Tips voor elke bron vraag
  1. Wat staat er in het onderschrift? Dat staat er niet voor niets.
  2. Bekijk eerst de bron. Lees daarna pas de vraag.
  3. Moet er in het antwoord een verwijzing en/of voorbeeld uit de bron bij?

Slide 5 - Slide

Spotprent 
  • Wat is het onderwerp van de prent?
  • Waar is de prent tegen?
  • Waar is de prent vóór?
  • Welke beeldelementen herken ik?
  • Wat zegt het onderschrift? 

Slide 6 - Slide

Vinger op de knop verwijst naar het afvuren van de kernwapens
dit is John F. Kennedy. Leider van de VS. Te herkennen aan zijn haar.
Dit is Nikita Chroesjtsjov -> leider van de Sovjet-Unie. Te herkennen aan zijn grote neus en kaal hoofd.
De manier waarom de twee leiders tegenover elkaar zitten en de handen in elkaar hebben wijst op een strijd.
Aan beide kanten zijn kernwapens te zien. 
Aan beide kanten zijn kernwapens te zien. 
In deze spotprent wordt er geen duidelijke winner afgebeeld. Ook worden de twee hoofdpersonen niet per sé negatief afgebeeld. Je kunt dus concluderen dat de maker hierin niet echt een kant kiest.

Slide 7 - Slide

Afbeeldingen
  • Wat zie je?
  • Wat herken je?
  • Wat zegt het onderschrift?
  • Waar willen ze iets over weten?

Slide 8 - Slide

Geeft aan dat dit het Amerikaanse deel is. Lees de tekst. (In een examen zou dit deel vertaald zijn.)
Muur met prikkeldraad
Volkswagens werden niet in oost-Duitland gemaakt. Wel in het westen. Wat doen die luidsprekers daar?
Soldaten staan bewapend aan deze kant.

Slide 9 - Slide

Teksten
  • Wie heeft de bron geschreven?
  • Uit welke tijd komt de bron?
  • Wat zegt het onderschrift?
  • Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 10 - Slide

Je weet wie de bron geschreven heeft

Je weet uit welk jaar het komt. 
Wat wordt er gezegd in de tekst?
Waar komt de bron uit?

Slide 11 - Slide

Aan de slag
  • Zijn er nog vragen?
  • Maak de examenopgaven die ik uitdeel. 
  • Nakijken kun je zelf. Antwoorden staan op het laatste blad.
  • Willen jullie deze les hebben? 

Slide 12 - Slide

Afsluiting
  • Wat vonden jullie van de les?

Slide 13 - Slide