2.2 Arbeiders eisen meer rechten - Les 2

Arbeiders eisen meer rechten
Nederland als industriële samenleving
1 / 27
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Arbeiders eisen meer rechten
Nederland als industriële samenleving

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

...uitleggen waarom arbeiders weinig macht hadden 
en hoe zij toch hun positie probeerden te verbeteren

...uitleggen door welke nieuwe wetten de situatie van de arbeiders eind 19e eeuw sterk verbeterde

...een aantal kenmerken noemen van het 
moderne Nederland rond 1920
Aan het einde van de les kan je...

Slide 3 - Slide

Herhalen

Lesje over spotprenten

Zelfstandig werken
DOEN

Slide 4 - Slide


Om welke reden kwam het plan van koning Willem I om Nederland te moderniseren juist in 1830 in moeilijkheden?
A
De Belgen kwamen in opstand
B
De Nederlandse regering eiste dat de koning zou aftreden
C
Er kwam een grote economische crisis
D
Nederland werd aangevallen door Frankrijk

Slide 5 - Quiz

Bron Nederlandse prent, 1900. Links staan mensen rond een grafkist.

Slide 6 - Slide


Waar heeft deze bron mee te maken? 
En is het daar een oorzaak of een gevolg van?
A
Arbeidsdeling, oorzaak
B
Arbeidsdeling, gevolg
C
Arbeidsomstandigheden, oorzaak
D
Arbeidsomstandigheden, gevolg

Slide 7 - Quiz


Wat is een juiste beschrijving van arbeidsdeling?
A
Door het grote aanbod van arbeiders waren er lage lonen
B
Om als gezin te kunnen overleven moesten vrouwen en kinderen ook werken
C
Om sneller te produceren maakten arbeiders geen complete producten meer
D
Protesterende arbeiders hadden een grote kans op ontslag

Slide 8 - Quiz

De industriële revolutie ging in België een stuk sneller dan in Nederland. 
Om dit in Nederland sneller te laten lopen, legde Koning Willem I
infrastructuur aan: kanalen en spoorwegen.   

De eerste fabrieken kwamen in Twente. 

De industrie groeide daarna hard, mede door verlaging van de belastingen en een afzetgebied in de koloniën. 

De arbeidsomstandigheden van de arbeiders waren slecht. Mede door arbeidsdeling was het werk ook nog eens erg saai. De kans op ongelukken was hierdoor erg groot.

Ook de woonomstandigheden waren slecht, mede door de snelle verstedelijking
Herhaling §2.1

Slide 9 - Slide

Bron De man rechts heeft het woord 'fabrikant' op zijn mouw staan. Hij wil vechten met de twee mannen voor hem; maar niet met allebei tegelijkertijd. Hij zegt: "Eerst wij samen".

Slide 10 - Slide


Welk begrip past het best bij deze prent?
A
Algemeen kiesrecht
B
Arbeidsdeling
C
Liberalisme
D
Vakbond

Slide 11 - Quiz

Bron Een politieke tekening uit ca. 1875

Slide 12 - Slide


Deze bron heeft te maken met de aanname van...
A
...de leerplichtwet
B
...de ongevallenwet
C
...het kinderwetje van Van Houten
D
...de armenwet

Slide 13 - Quiz

Rond 1860 wilden arbeiders een beter leven: 8 urige werkdag, minimum loon.
Rond 1860 zaten er alleen liberalen in het parlement. Zij wilden niks veranderen.

Arbeiders gingen vakbonden oprichten. Helaas kregen deze geen grote veranderingen voor elkaar. Algemeen kiesrecht zou dit wel voor elkaar krijgen. 

Op wie konden ze stemmen: socialisten en confessionelen.
Herhaling §2.2

Slide 14 - Slide

Liberalen zagen in dat de arbeiders niet zelf hun situatie konden aanpassen.
Ze kwamen met sociale wetten:
Kinderwetje van Van Houten, arbeidswet, leerplichtwet, nieuwe arbeidswet.

1 ding bleef nog over: algemeen kiesrecht.
1917: Algemeen mannenkiesrecht
1919: Algemeen kiesrecht
Herhaling §2.2

Slide 15 - Slide

Het moderne Nederland rond 1920:
  • Nieuwe uitvindingen zorgen voor nieuwe bedrijven die
    auto's, gloeilampen, radio's, benzine en kunstmest maken
  • Rotterdamse haven groeit als belangrijke doorvoerhaven voor Duitse Ruhrgebied

  • Betere gezondheidszorg zorgt voor groei bevolking
  •  Groot netwerk spoorwegen en kanalen
  • Eerste auto's, radio's, vliegtuig naar Nederlands-Indië
     
  • Economische crisis (1929), Tweede Wereldoorlog (1940)
Herhaling §2.2

Slide 16 - Slide

Vaardigheden
Spotprenten
Leerdoel:
Je kunt een spotprent bekijken en uitleggen wat de tekenaar bedoelt.
Stap 1 Lezen
Lees het bronbijschrift. Wanneer en door wie is de prent gemaakt? Wat lees je over de maker van de prent? 
Stap 2 Kijken
Kijken: Wat zie je? Wat doen de mensen? Welke kleren dragen ze? Welke spullen hebben ze bij zich? Staat er tekst in de prent?
Stap 3 Koppelen
Koppelen: Waar gaat de prent over? Aan welke gebeurtenis of ontwikkeling kan je deze koppelen? Wat weet je?
Stap 4 Begrijpen
Begrijpen: Wat wordt bespot? Wat wordt negatief en positief getoond? Zie je een overdrijving of een tegenstelling? Wie wordt belachelijk gemaakt?
Stap 5
Boodschap: Wat wil de tekenaar zeggen? Gebruik al je antwoorden van de vorige stappen.

Slide 17 - Slide

Vaardigheden
Spotprenten
Leerdoel:
Je kunt een spotprent bekijken en uitleggen wat de tekenaar bedoelt.
Stap 1 Lezen
Lees het bronbijschrift. Wanneer en door wie is de prent gemaakt? Wat lees je over de maker van de prent? 
Stap 2 Kijken
Wat zie je? Wat doen de mensen? Welke kleren dragen ze? Welke spullen hebben ze bij zich? Staat er tekst in de prent?
Stap 3 Koppelen
Koppelen: Waar gaat de prent over? Aan welke gebeurtenis of ontwikkeling kan je deze koppelen? Wat weet je?
Stap 4 Begrijpen
Begrijpen: Wat wordt bespot? Wat wordt negatief en positief getoond? Zie je een overdrijving of een tegenstelling? Wie wordt belachelijk gemaakt?
Stap 5
Boodschap: Wat wil de tekenaar zeggen? Gebruik al je antwoorden van de vorige stappen.

Slide 18 - Slide

Vaardigheden
Spotprenten
Leerdoel:
Je kunt een spotprent bekijken en uitleggen wat de tekenaar bedoelt.
Stap 1 Lezen
Lees het bronbijschrift. Wanneer en door wie is de prent gemaakt? Wat lees je over de maker van de prent? 
Stap 2 Kijken
Wat zie je? Wat doen de mensen? Welke kleren dragen ze? Welke spullen hebben ze bij zich? Staat er tekst in de prent?
Stap 3 Koppelen
Waar gaat de prent over? Aan welke gebeurtenis of ontwikkeling kan je deze koppelen? Wat weet je?
Stap 4 Begrijpen
Begrijpen: Wat wordt bespot? Wat wordt negatief en positief getoond? Zie je een overdrijving of een tegenstelling? Wie wordt belachelijk gemaakt?
Stap 5
Boodschap: Wat wil de tekenaar zeggen? Gebruik al je antwoorden van de vorige stappen.

Slide 19 - Slide

Vaardigheden
Spotprenten
Leerdoel:
Je kunt een spotprent bekijken en uitleggen wat de tekenaar bedoelt.
Stap 1 Lezen
Lees het bronbijschrift. Wanneer en door wie is de prent gemaakt? Wat lees je over de maker van de prent? 
Stap 2 Kijken
Wat zie je? Wat doen de mensen? Welke kleren dragen ze? Welke spullen hebben ze bij zich? Staat er tekst in de prent?
Stap 3 Koppelen
Waar gaat de prent over? Aan welke gebeurtenis of ontwikkeling kan je deze koppelen? Wat weet je?
Stap 4 Begrijpen
Wat wordt bespot? Wat wordt negatief en positief getoond? Zie je een overdrijving of een tegenstelling? Wie wordt belachelijk gemaakt?
Stap 5
Boodschap: Wat wil de tekenaar zeggen? Gebruik al je antwoorden van de vorige stappen.

Slide 20 - Slide

Vaardigheden
Spotprenten
Leerdoel:
Je kunt een spotprent bekijken en uitleggen wat de tekenaar bedoelt.
Stap 1 Lezen
Lees het bronbijschrift. Wanneer en door wie is de prent gemaakt? Wat lees je over de maker van de prent? 
Stap 2 Kijken
Wat zie je? Wat doen de mensen? Welke kleren dragen ze? Welke spullen hebben ze bij zich? Staat er tekst in de prent?
Stap 3 Koppelen
Waar gaat de prent over? Aan welke gebeurtenis of ontwikkeling kan je deze koppelen? Wat weet je?
Stap 4 Begrijpen
Wat wordt bespot? Wat wordt negatief en positief getoond? Zie je een overdrijving of een tegenstelling? Wie wordt belachelijk gemaakt?
Stap 5 Boodschap
Wat wil de tekenaar zeggen? Gebruik al je antwoorden van de vorige stappen.

Slide 21 - Slide

Vaardigheden
Spotprenten
Onderschrift: Het onverzadelijke monster.
Uitleg: Uitleg: Het monster dat nooit vol raakt
Tekenaar: Albert Hahn
Jaartal: 1908
Stap 1 Lezen
Onderschrift: Het onverzadelijke monster
Tekening uit 1908 door Albert Hahn, een socialist.
Stap 2 Kijken
Ik zie een fabrieksbaas die met een zweep zijn arbeiders de fabriek in jaagt.
Stap 3 Koppelen
Je prent gaat over de fabrieksbaas en zijn houding tegenover de arbeiders
Stap 4 Begrijpen
Arbeiders werden niet echt met zwepen geslagen. Dit is dus een overdrijving. De fabrikant is negatief afgebeeld. 
Stap 5 Boodschap
De tekenaar vindt dat arbeiders te hard behandeld worden.

Slide 22 - Slide

Vaardigheden
Spotprenten
Onderschrift: Het onverzadelijke monster.
Uitleg: Uitleg: Het monster dat nooit vol raakt
Tekenaar: Albert Hahn
Jaartal: 1908
Stap 1 Lezen
Onderschrift: Het onverzadelijke monster
Tekening uit 1908 door Albert Hahn, een socialist.
Stap 2 Kijken
Ik zie een fabrieksbaas die met een zweep zijn arbeiders de fabriek in jaagt.
Stap 3 Koppelen
Je prent gaat over de fabrieksbaas en zijn houding tegenover de arbeiders
Stap 4 Begrijpen
Arbeiders werden niet echt met zwepen geslagen. Dit is dus een overdrijving. De fabrikant is negatief afgebeeld. 
Stap 5 Boodschap
De tekenaar vindt dat arbeiders te hard behandeld worden.

Slide 23 - Slide

Vaardigheden
Spotprenten
Onderschrift: Het onverzadelijke monster.
Uitleg: Uitleg: Het monster dat nooit vol raakt
Tekenaar: Albert Hahn
Jaartal: 1908
Stap 1 Lezen
Onderschrift: Het onverzadelijke monster
Tekening uit 1908 door Albert Hahn, een socialist.
Stap 2 Kijken
Ik zie een fabrieksbaas die met een zweep zijn arbeiders de fabriek in jaagt.
Stap 3 Koppelen
Je prent gaat over de fabrieksbaas en zijn houding tegenover de arbeiders
Stap 4 Begrijpen
Arbeiders werden niet echt met zwepen geslagen. Dit is dus een overdrijving. De fabrikant is negatief afgebeeld. 
Stap 5 Boodschap
De tekenaar vindt dat arbeiders te hard behandeld worden.

Slide 24 - Slide

Vaardigheden
Spotprenten
Onderschrift: Het onverzadelijke monster.
Uitleg: Uitleg: Het monster dat nooit vol raakt
Tekenaar: Albert Hahn
Jaartal: 1908
Stap 1 Lezen
Onderschrift: Het onverzadelijke monster
Tekening uit 1908 door Albert Hahn, een socialist.
Stap 2 Kijken
Ik zie een fabrieksbaas die met een zweep zijn arbeiders de fabriek in jaagt.
Stap 3 Koppelen
Je prent gaat over de fabrieksbaas en zijn houding tegenover de arbeiders
Stap 4 Begrijpen
Arbeiders werden niet echt met zwepen geslagen. Dit is dus een overdrijving. De fabrikant is negatief afgebeeld. 
Stap 5 Boodschap
De tekenaar vindt dat arbeiders te hard behandeld worden.

Slide 25 - Slide

Vaardigheden
Spotprenten
Onderschrift: Het onverzadelijke monster.
Uitleg: Uitleg: Het monster dat nooit vol raakt
Tekenaar: Albert Hahn
Jaartal: 1908
Stap 1 Lezen
Onderschrift: Het onverzadelijke monster
Tekening uit 1908 door Albert Hahn, een socialist.
Stap 2 Kijken
Ik zie een fabrieksbaas die met een zweep zijn arbeiders de fabriek in jaagt.
Stap 3 Koppelen
Je prent gaat over de fabrieksbaas en zijn houding tegenover de arbeiders
Stap 4 Begrijpen
Arbeiders werden niet echt met zwepen geslagen. Dit is dus een overdrijving. De fabrikant is negatief afgebeeld. 
Stap 5 Boodschap
De tekenaar vindt dat arbeiders te hard behandeld worden.

Slide 26 - Slide

Aan de slag!
Memo §2.6 Opdracht 1 en 2
Afmaken Memo §2.1 en 2.2

Klaar? 
  • Begrippen §2.1 en §2.2 leren
  • Test Jezelf §2.1 en §2.2
  • Samenvatten §2.1 en §2.2
  • Een ander vak

Slide 27 - Slide