De industriële revolutie ging in België een stuk sneller dan in Nederland.
Om dit in Nederland sneller te laten lopen, legde Koning Willem I
infrastructuur aan: kanalen en spoorwegen.
De eerste fabrieken kwamen in Twente.
De industrie groeide daarna hard, mede door verlaging van de belastingen en een afzetgebied in de koloniën.
De arbeidsomstandigheden van de arbeiders waren slecht. Mede door arbeidsdeling was het werk ook nog eens erg saai. De kans op ongelukken was hierdoor erg groot.
Ook de woonomstandigheden waren slecht, mede door de snelle verstedelijking.