Water heeft een veel hoger kookpunt dan je zou verwachten op basis van molecuulmassa
Slide 5 - Slide
Er zijn in water nog andere bindingen aanwezig!
Deze binding komt tot stand doordat het zuurstofatoom in een watermolecuul het gemeenschappelijk elektronenpaar in de atoombindingen sterker aantrekt dan de waterstofatomen.
Hierdoor bevinden de elektronen zich dichter bij het O‑atoom dan bij het H‑atoom en daardoor wordt het O‑atoom een beetje negatief geladen en de H‑atomen een beetje positief geladen.
Binas 40:
EN O: 3,5
EN H: 2,1
Slide 6 - Slide
Een atoombinding waarbij lading verschuift heet een polaire atoombinding. Het negatief geladen O‑atoom van het ene watermolecuul kan dan het positief geladen H‑atoom van een ander watermolecuul aantrekken. Door deze aantrekkingskracht ontstaat een binding: de waterstofbrug of H‑brug.
Slide 7 - Slide
Niet alleen tussen O- en H-atomen zijn polaire atoombindingen, ook tussen N- en H-atomen.
Binas 40:
EN N: 3,0
EN H: 2,1
Slide 8 - Slide
Tussen C- en H-atomen is geen polaire atoombinding:
EN C: 2,5
EN H: 2,1
Dus waterstofbruggen (H-bruggen) ontstaan tussen moleculen die OH- en/of NH-groepen bevatten
Slide 9 - Slide
Hoe meer OH- en/of NH-groepen -> hoe meer H-bruggen -> hoe meer aantrekking tussen moleculen -> hoe hoger het kookpunt