1.2 Plantenrijk

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

1.2 Plantenrijk

PTA 3

1.2 (Plantenrijk)

4.4 (Zenuwstelsel)

4.5 (Reageren)

4.6 (Reageren met hormonen)

5.1 (Prikkels en gedrag)

5.2 (Sociaal gedrag)

5.3 (Gedrag onderzoeken)

5.4 (Gedrag leren)

Lesprogramma

Onderwerpen PTA 3 (lesdoelen)

Uitleg onderdelen cel

Aan de slag

Wat moet je weten voor PTA 3?

1. Namen van de onderdelen van de cel van een plant
2. Wat doen de onderdelen van de cel van een plant?
3. Hoe blijft een plant stevig?

Uitvergroting van een blad met weefsel

1 + 4 . waslaag met opperhuid 

2. pallisadeparenchym

3. sponsparenchym

Uitvergroting van 1 cel: volgende dia

Onderdelen van de plantencel

• Celwand, stevige laag cellulose om de cel
  
• Celmembraan, dun vlies dat regelt welke stoffen in en uit de cel gaan
  
• Cytoplasma, stroperige vloeistof in de cel
  
• Celkern, hierin zitten chromosomen en DNA
  
• Bladgroenkorrels, hier vindt fotosynthese plaats
  
• Vacuole, blaasje vol met water voor stevigheid

Rechtop staan

Kruidachtige planten blijven rechtop door water in de vacuole van de cellen.

Houtachtige planten blijven rechtop door dikke celwanden van houtstof.

Bomen en struiken zijn houtachtig. Bloemetjes zijn kruidachtig.

Houtvaten

Celwanden tussen houtcellen verdwijnen en er ontstaan buisjes.

Tranporteren water met opgeloste mineralen vanuit de grond.

Informatie bij de volgende vraag

Voor microscopisch onderzoek wordt een preparaat gemaakt van ontlasting. In dat preparaat bevinden zich onder andere bacteriën, cellen van een koolplant en cellen van de darmwand. In de afbeelding op de volgende dia zijn deze drie soorten cellen weergegeven.

Welke letter geeft cellen van de koolplant aan?

1. P
2. Q
3. R

Benoem de onderdelen 2, 4 en 6 en leg ook uit wat deze onderdelen doen

Welk proces vindt plaats in bladgroenkorrels?

Hier knuffelt iemand een kruidachtige plant

1. Juist
2. Onjuist

Aan de slag

Tot eind van de les voor jezelf:

Lezen (E-books via Nectar online):

1.2 (Plantenrijk)

4.4, 4.5, 4.6 (Zenuwstelsel, reageren en hormonen)

5.1, 5.2, 5.3, 5.4 (Gedrag)