VVT 21-01-2021

Les 2
Herhaling vorige les
Video over dwarslaesie
Vragen over de video


1 / 15
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 2
Herhaling vorige les
Video over dwarslaesie
Vragen over de video


Slide 1 - Slide

In de video worden veel medische termen gebruikt, schrijf op welke je  NIET begrijpt.

Slide 2 - Slide

12

Slide 3 - Video

00:29
Wat is de medische term voor nekwervels?
A
Cervicale wervels
B
Thoracale wervels
C
Lumbale wervels
D
Sacrale wervels

Slide 4 - Quiz

00:44
Bij een ....... dwarslaesie is enig herstel mogelijk
A
Complete
B
Incomplete
C
Beide bovenstaande
D
Geen van bovenstaande

Slide 5 - Quiz

00:53
Wat bedoelt patiënte met een 'typische C6 laesie?
A
Er is alleen nog gevoel en bewegingsmogelijkheid in het gezicht
B
Er is alleen nog gevoel en bewegingsmogelijkheid in het gezicht, hals en armen
C
Er is alleen nog gevoel en bewegingsmogelijkheid tot en met de navel
D
Er is alleen geen gevoel en bewegingsmogelijkheid meer in de benen

Slide 6 - Quiz

01:08
Wat is het belangrijkst in de eerste opvang bij verdenking op nekletsel?
A
Zorgen dat iemand op de rug komt te liggen
B
Een pijnprikkel geven om te kijken of iemand nog bij bewustzijn is
C
Zorgen dat iemand zo stil mogelijk blijft liggen

Slide 7 - Quiz

02:46
Wanneer wordt er gesproken van een hoge dwarslaesie?

Slide 8 - Open question

02:46
Hoe lang duurt het gemiddeld voordat het maximale herstel bij een hoge dwarslaesie wordt bereikt?
A
1-3 maanden
B
3-6 maanden
C
6-9 maanden
D
9-12 maanden

Slide 9 - Quiz

03:02
Patiënte vertelt dat de spinale shockfase ongeveer 9 maanden aanhoudt. Klopt dit?
A
Ja, als deze fase voorbij is, is het maximale herstel bereikt
B
Nee, de spinale shockfase houdt 3-6 maanden aan
C
Nee, de spinale shockfase houdt 3-6 weken aan

Slide 10 - Quiz

11:42

Slide 11 - Slide

11:42
Wat is sensibiliteit?
A
Gevoel
B
Beweging
C
Kracht
D
tinteling

Slide 12 - Quiz

20:40
Welke aandoening komt vaker voor bij patienten met een dwarslaesie?
A
Longontsteking
B
Decubitus
C
Beide bovenstaande
D
Geen van bovenstaande

Slide 13 - Quiz

20:51
Waarom lopen patiënten met een dwarslaesie een groter risico op een longontsteking?
A
De weerstand is bij deze patiënten over het algemeen verminderd
B
Door spierverlamming is de mogelijkheid tot ophoesten beperkt
C
Patiënten voelen over het algemeen niet dat ze ziek zijn

Slide 14 - Quiz

25:45
Patiënten met een dwarslaesie hebben dagelijks minder kilocalorieën nodig
A
Deze stelling is correct
B
Deze stelling is niet correct

Slide 15 - Quiz