- Maak je publiek nieuwsgierig. Iets (grappigs) te vertellen wat je zelf hebt meegemaakt. Je kunt ook beginnen met een vraag.
- Sta rechtop en probeer zo natuurlijk mogelijk te bewegen. Houd je handen uit je zakken.
- Kijk je publiek zo veel mogelijk aan terwijl je praat.
- Spreek duidelijk, rustig en verstaanbaar.
- Laat iets zien over het onderwerp, bijvoorbeeld door middel van een beeldfragment of een PowerPoint.
Sluit je presentatie af met een leuke of opvallende laatste opmerking, een ‘uitsmijter’.