Verbe aller

Voca

1 / 16

Slide 1: Slide

FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Voca

Slide 1 - Slide

Dans ce cours...

Verbe aller
Au présent, passé composé et imparfait

Slide 2 - Slide

Les roues

Vervoeg het werkwoord aller in de gevraagde persoon en tijd.

Slide 3 - Slide

Aller = gaan

Présent

je vais

tu vas

il/elle/on va

nous allons

vous allez

ils/elles vont

Passé composé

hulpwerkwoord = être

voltooid deelwoord = allé

Let op! Het voltooid deelwoord kan +e/s/es krijgen!

Imparfait

nous-vorm présent - ons

all + ais/ais/ait/ions/iez/aient

Slide 4 - Slide

Vervoeg aller in de présent.
Elles ...

Slide 5 - Open question

Vervoeg aller in de présent.
Tu ...

Slide 6 - Open question

Vervoeg aller in de présent.
Vous ...

Slide 7 - Open question

Vervoeg aller in de passé composé.
Nous ...

Slide 8 - Open question

Vervoeg aller in de passé composé.
Elle ...

Slide 9 - Open question

Vervoeg aller in de passé composé.
Les garçons ...

Slide 10 - Open question

Vervoeg aller in de imparfait.
Paul ...

Slide 11 - Open question

Vervoeg aller in de imparfait.
Nous ...

Slide 12 - Open question

Vervoeg aller in de imparfait.
J' ...

Slide 13 - Open question

Schrijf een Franse zin met het werkwoord aller in de présent.

Slide 14 - Open question

Schrijf een Franse zin met het werkwoord aller in de passé composé.

Slide 15 - Open question

Schrijf een Franse zin met het werkwoord aller in de imparfait.

Slide 16 - Open question