Financiële competenties DO

1 / 17
next
Slide 1: Slide
ProjectSecundair onderwijs

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

nu de corona-beperkingen op reizen helemaal lijken weg te vallen, gaan er meer gezinnen een vliegvakantie boeken.
Wat is de beïnvloedende factor hier op die vliegvakanties ?

Slide 3 - Open question

& wat is het gevolg voor vraag en aanbod, en de prijs van vliegtuigvakanties ?
A
de vraag stijgt - de prijs daalt
B
de vraag stijgt - de prijs stijgt
C
de vraag daalt - de prijs daalt
D
de vraag daalt - de prijs stijgt

Slide 4 - Quiz

de historisch hoge inflatie bedreigt de koopkracht van gezinnen...
wat is hier de beïnvloedende factor ?

Slide 5 - Open question

en wat kan er gebeuren met de vraag naar bepaalde luxeproducten bij een groot deel van de bevolking?
A
de vraag daalt - de prijs daalt
B
de vraag blijft stabiel
C
de vraagt stijgt - de prijs daalt
D
de vraag daalt - de prijs stijgt

Slide 6 - Quiz

de overheid beslist om de btw tarieven in de horeca te verlagen...
A
P daalt Q daalt
B
P stijgt Q stijgt
C
P daalt Q stijgt
D
P blijft gelijkt Q daalt

Slide 7 - Quiz

er worden steeds minder dieselwagens gekocht: ze worden gezien als schadelijker voor het milieu, ze worden hoger belast, er komen milieuzones waar ze niet toegestaan zijn...

welke beïnvloedende maatregel zien we hier ?

Slide 8 - Slide

de vraag naar dieselwagens zal
A
dalen
B
stijgen

Slide 9 - Quiz

de prijs van dieselwagens zal
A
dalen
B
stijgen

Slide 10 - Quiz

meer en meer Vlamingen kopen een woning

Slide 11 - Slide

welke invloed op de prijs zien we hier ?
A
de vraag naar woningen stijgt
B
het aanbod aan woningen daalt
C
het aanbod aan woningen stijgt
D
de vraag naar woningen daalt

Slide 12 - Quiz

wat zal er gebeuren met de prijs ?
A
de prijzen gaan stijgen
B
de prijzen gaan dalen

Slide 13 - Quiz

In 2020 voerde Nederland een accijnsverhoging in op Euro95 brandstof... 

Slide 14 - Slide

Welke invloed heeft dit op de prijs en de vraag in Nederland ?
A
geen invloed
B
de prijs daalt en de vraag daalt
C
de prijs stijgt en de vraag stijgt
D
de prijs stijgt en de vraag daalt

Slide 15 - Quiz

Welke invloed heeft dit op de vraag in België ?
A
de vraag stijgt en de prijs stijgt mee
B
de vraag stijg - geen invloed op de prijs
C
de vraag daalt en de prijs daalt mee
D
geen invloed op de vraag

Slide 16 - Quiz

de overheid geeft premies aan huishoudens die een thuisbatterij laten installeren...
A
P daalt Q stijgt
B
P blijft gelijk Q stijgt
C
P stijgt Q stijgt
D
P daalt Q blijft gelijk

Slide 17 - Quiz