Cursus 7 Spelling §1 hoofdletters

Geef aan of de bewering 'waar' of 'niet waar' is.

De namen van de maanden schrijf je met een hoofdletter.
A
Waar
B
Niet waar
1 / 14
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Geef aan of de bewering 'waar' of 'niet waar' is.

De namen van de maanden schrijf je met een hoofdletter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 1 - Quiz

Geef aan of de bewering 'waar' of 'niet waar' is.

Een naam van een provincie schrijf je met een hoofdletter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Neem de woorden over die je met een hoofdletter moet schrijven. Noteer ze met een hoofdletter!

antoniusschool - banaan - chinees - coltrui - fanta - friesland - jaarmarkt - ketelmeer kraai - lynette - maatschappijleer - november - radar

Slide 3 - Open question

Neem de woorden over die je met een hoofdletter moet schrijven.

Ik ga op maandag een eindje hardlopen met ernst.

Slide 4 - Open question

Neem de woorden over die je met een hoofdletter moet schrijven.

De hoofdstad van Gelderland is arnhem.

Slide 5 - Open question

Neem de woorden over die je met een hoofdletter moet schrijven.

vanwege de ijzel kregen alle leerlingen in het noorden vrij.

Slide 6 - Open question

Neem de woorden over die je met een hoofdletter moet schrijven.

In de zomer worden alle spaanse stranden elke avond schoongemaakt.

Slide 7 - Open question

In welke zinnen staat een hoofdletterfout?
A
Het pretpark de efteling is geopend op 11 mei 1951.
B
In verband met een grote brand werd de training van maandag op het sprotpark Esserberg gecanceld.
C
Het Zuidelijkste punt van Nederland ligt in Limburg.
D
Wie van jullie koopt een cadeautje voor meneer De Boer?

Slide 8 - Quiz

Neem de zin over en gebruik hoofdletters waar dat moet.

mijn zus heeft veertig dollar uitgegeven aan sneakers van adidas.

Slide 9 - Open question

Neem de zin over en gebruik hoofdletters waar dat moet.

elke vrijdagochtend begin ik met een les spaans.

Slide 10 - Open question

Neem de zin over en gebruik hoofdletters waar dat moet.

bij de jumbo koopt nadine na elke les een twix en een flesje water.

Slide 11 - Open question

Neem de zin over en gebruik hoofdletters waar dat moet.

in de amerikaanse staat maine is het bij wet verboden om na 15 januari nog kerstversiering te hebben.

Slide 12 - Open question


Noteer 2 zinnen waarin het woord visser voorkomt. In de eerste zin schrijf je dat woord met een hoofdletter en in de tweede niet.

Slide 13 - Open question

Welke namen zijn juist geschreven?
A
meneer K. de boer
B
meneer De Boer
C
Karel de Boer
D
Karel De Boer

Slide 14 - Quiz