This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Goedemorgen!
Telefoon in de koffer, neem rustig plaats.
Op tafel: leesboek en laptop (dicht!)
timer
5:00
Slide 1 - Slide
VANDAAG
stil lezen
korte uitleg
LessonUp herhaling
Evaluatie
Slide 2 - Slide
timer
8:00
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Lesdoel
Aan het eind van de les weet ik waar ik hoofdletters moet gebruiken en kan ik woorden die eindigen op -d of -t goedspellen. Ik kan van zelfstandige naamwoorden verkleinwoorden maken en op de juiste manier schrijven.
Slide 5 - Slide
Met
hoofdletter
Zonder
hoofdletter
breda
chocolademelk
instagram
jacqueline
maandag
mediamarkt
oosten
tl-buis
twix
zomer
Slide 6 - Drag question
-t of -d? Mijn vader is advocaa… en heeft veel te maken met mensen in de misdaa….
A
-t, -d
B
-t, -t
C
-d, -t
D
-d, -d
Slide 7 - Quiz
-t of -d? Wist je dat hee… water sneller bevriest dan kou… water?
A
-t, -d
B
-t, -t
C
-d, -t
D
-d, -d
Slide 8 - Quiz
-t of -d? Met mijn beste vrien… ga ik komend weeken… naar een muziekfestival.
-t, -d? Met mijn beste vrien… ga ik komend weeken… naar een muziekfestival.
A
-t, -d
B
-t, -t
C
-d, -t
D
-d, -d
Slide 9 - Quiz
-t of -d? d In Nederlan… hebben we een gematigd zeeklimaa….
-t, -d? Met mijn beste vrien… ga ik komend weeken… naar een muziekfestival.
A
-t, -d
B
-t, -t
C
-d, -t
D
-d, -d
Slide 10 - Quiz
Schrijf het meervoud en het verkleinwoord van 'lamp' op
Slide 11 - Open question
Schrijf het meervoud en het verkleinwoord van 'bureau' op
Slide 12 - Open question
Schrijf het meervoud en het verkleinwoord van 'kraam' op
Slide 13 - Open question
Schrijf het meervoud en het verkleinwoord van 'ring' op
Slide 14 - Open question
Neem de zin over en noteer hoofdletters waar dat moet en plaats een leesteken aan het einde van de zin:
richard en joke wilden komend weekend met het mooie weer naar scheveningen
Slide 15 - Open question
Neem de zin over en noteer hoofdletters waar dat moet en plaats een leesteken aan het einde van de zin:
zou je volgende week dinsdag naar de tandarts kunnen
Slide 16 - Open question
Noteer het onderstreepte werkwoord in de tegenwoordige tijd.
Onze puppy plaste steeds in de hal.
Slide 17 - Open question
Noteer het onderstreepte werkwoord in de tegenwoordige tijd.
Op Netflix bekeek ik een mooie science fiction-serie.
Slide 18 - Open question
Noteer het onderstreepte werkwoord in de tegenwoordige tijd.