Toets H2 - grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Grammatica

Toets

Dit is een (formatieve/zelf-) toets voor grammatica zinsdelen H2. 

Je gaat tijdens de toets zes zinnen ontleden. Je gaat zinsdeelstrepen zetten en aangeven wat de persoonsvorm en het onderwerp is. 

Zorg ervoor dat je geen slordige fouten maakt bij het overschrijven van de zin, want dat wordt automatisch fout gerekend. 

Succes!

Toets grammatica - H2

In 2008 heeft beroepsavonturier en bergbeklimmer Wilco van Rooijen de gevaarlijke berg K2 beklommen.

Volgens wetenschappers brengt landbouw zonder kunstmest het milieu uiteindelijk veel schade toe.

Wanneer zal op de maan het eerste permanente ruimtestation worden gebouwd?

Kinderen van rijke en intelligente ouders maken als peuter meer gebaren dan hun armere leeftijdgenootjes.

Een aantal jaren later blijken die veel gebarende peutertjes ook een grotere woordenschat te hebben.

Een grotere woordenschat geeft leerlingen een betere kans op een succesvolle schoolloopbaan. 

Toets grammatica - H2

Noteer van onderstaande zinnen de persoonsvorm. Zet zinsdeelstrepen en noteer ook het onderwerp.

De toets

1. In 2008 heeft beroepsavonturier en bergbeklimmer Wilco van Rooijen de gevaarlijke berg K2 beklommen.
   
2. Volgens wetenschappers brengt landbouw zonder kunstmest het milieu uiteindelijk veel schade toe.
   
3. Wanneer zal op de maan het eerste permanente ruimtestation worden gebouwd?
   
4. Kinderen van rijke en intelligente ouders maken als peuter meer gebaren dan hun armere leeftijdgenootjes.
   
5. Een aantal jaren later blijken die veel gebarende peutertjes ook een grotere woordenschat te hebben.
   
6. Een grotere woordenschat geeft leerlingen een betere kans op een succesvolle schoolloopbaan. 

Je hebt de zes zinnen ontleed. Nu ga je je antwoorden invullen in de volgende dia's. Lees de opdracht goed om fouten te voorkomen. 

De toets

1. Plaats zinsdeelstrepen in de zin:
In 2008 heeft beroepsavonturier en bergbeklimmer Wilco van Rooijen de gevaarlijke berg K2 beklommen.

Doe het als volgt: De kinderen - lopen - naar school.

1. Wat is de persoonsvorm van de zin:
In 2008 heeft beroepsavonturier en bergbeklimmer Wilco van Rooijen de gevaarlijke berg K2 beklommen.

1. Wat is het onderwerp van de zin:
In 2008 heeft beroepsavonturier en bergbeklimmer Wilco van Rooijen de gevaarlijke berg K2 beklommen.

2. Plaats zinsdeelstrepen in de zin:
Volgens wetenschappers brengt landbouw zonder kunstmest het milieu uiteindelijk veel schade toe.

Doe het als volgt: De kinderen - lopen - naar school.

2. Wat is de persoonsvorm van de zin:
Volgens wetenschappers brengt landbouw zonder kunstmest het milieu uiteindelijk veel schade toe.

2. Wat is het onderwerp van de zin:
Volgens wetenschappers brengt landbouw zonder kunstmest het milieu uiteindelijk veel schade toe.

3. Plaats zinsdeelstrepen in de zin:
Wanneer zal op de maan het eerste permanente ruimtestation worden gebouwd?
Doe het als volgt: De kinderen - lopen - naar school.

3. Wat is de persoonsvorm van de zin:
Wanneer zal op de maan het eerste permanente ruimtestation worden gebouwd?

3. Wat is het onderwerp van de zin:
Wanneer zal op de maan het eerste permanente ruimtestation worden gebouwd?

4. Plaats zinsdeelstrepen in de zin:
Kinderen van rijke en intelligente ouders maken als peuter meer gebaren dan hun armere leeftijdgenootjes.
Doe het als volgt: De kinderen - lopen - naar school.

4. Wat is de persoonsvorm van de zin:
Kinderen van rijke en intelligente ouders maken als peuter meer gebaren dan hun armere leeftijdgenootjes.

4. Wat is het onderwerp van de zin:
Kinderen van rijke en intelligente ouders maken als peuter meer gebaren dan hun armere leeftijdgenootjes.

5. Plaats zinsdeelstrepen in de zin:
Een aantal jaren later blijken die veel gebarende peutertjes ook een grotere woordenschat te hebben.
Doe het als volgt: De kinderen - lopen - naar school.

5. Wat is de persoonsvorm van de zin:
Een aantal jaren later blijken die veel gebarende peutertjes ook een grotere woordenschat te hebben.

5. Wat is het onderwerp van de zin:
Een aantal jaren later blijken die veel gebarende peutertjes ook een grotere woordenschat te hebben.

6. Plaats zinsdeelstrepen in de zin:
Een grotere woordenschat geeft leerlingen een betere kans op een succesvolle schoolloopbaan.

Doe het als volgt: De kinderen - lopen - naar school.

6. Wat is de persoonsvorm van de zin:
Een grotere woordenschat geeft leerlingen een betere kans op een succesvolle schoolloopbaan.

6. Wat is het onderwerp van de zin:
Een grotere woordenschat geeft leerlingen een betere kans op een succesvolle schoolloopbaan.

Dit is het einde van de toets. Controleer je antwoorden nog eens. Controleer ook of je geen overschrijffouten hebt gemaakt. 

Einde van de toets