week 39 tekstdoel en tekstsoort

Tekstdoel en tekstsoorten
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Tekstdoel en tekstsoorten

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
- leren over tekstdoelen en tekstsoorten
- reclame herkennen en beoordelen

Slide 2 - Slide

Tekstdoelen 


  • Een schrijver heeft met een tekst altijd een bedoeling.
  • Bijvoorbeeld uitleggen hoe je voor een konijn  moet zorgen.
  • Er zijn een aantal tekstdoelen.

Slide 3 - Slide

Tekstdoelen


  • In een tekst kunnen verschillende doelen zitten, maar meestal heeft een schrijver maar 1 doel met zijn tekst.
  • Als je het doel van een tekst moet noemen, bedenk dan: wat wil de schrijver met deze tekst?
  • Omdat de doelen van een schrijver met een tekst kunnen verschillen, zijn er ook verschillende soorten teksten. Bij een bepaalde tekstdoel hoort een bepaalde tekstsoort.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Lees de tekst.

Slide 6 - Slide

Wat is het
doel van de tekst?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 7 - Quiz

Leg uit waarom dit een amuserende tekst is.

Slide 8 - Open question

Lees de tekst.

Slide 9 - Slide

Wat is het doel van de tekst?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 10 - Quiz

Wat kun je van deze informatie leren?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Video

Wat wil de spreker bereiken met dit stukje?
A
overhalen/activeren
B
amuseren
C
informeren
D
instrueren

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Wat is het doel van dit recept?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren/uitleg geven

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Wat is het doel van dit aanplakbiljet?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Video

tekstdoel?

Slide 19 - Slide

Wat is het doel van deze afbeelding?
A
overhalen/activeren
B
amuseren
C
informeren
D
instrueren

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Wat wil de spreker bereiken met dit stukje?
A
overhalen/activeren
B
amuseren
C
informeren
D
instrueren

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Noem de vier tekstdoelen

Slide 28 - Open question

Tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 29 - Quiz

Wat is GEEN tekstdoel?
A
amuseren
B
overtuigen
C
instrueren
D
verwijderen

Slide 30 - Quiz

Elke tekst heeft een tekstdoel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Een schoolboek hoort bij het tekstdoel:
A
Amuseren
B
Informeren
C
Activeren

Slide 32 - Quiz

Een advertentie hoort bij het tekstdoel:
A
Activeren
B
Amuseren
C
Informeren

Slide 33 - Quiz

Een strip hoort bij het tekstdoel:
A
Informeren
B
Amuseren
C
Activeren

Slide 34 - Quiz