This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom 1HA4
Tekstdoelen en
tekstsoorten
Nederlands
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
Ken je 3 schrijfdoelen en de bijbehorende tekstsoorten
Kun je uitleggen en herkennen met welk doel een tekst is geschreven.
Weet je precies wat de leesopdracht voor week 4 inhoudt.
Slide 2 - Slide
Wat is een tekstdoel?
Slide 3 - Open question
Tekstdoelen (1)
Een schrijver heeft met een tekst altijd een bedoeling.
Bijvoorbeeld uitleggen hoe je voor een konijn moet zorgen.
Er is een aantal tekstdoelen.
Slide 4 - Slide
Tekstdoelen (2)
In een tekst kunnen verschillende doelen zitten, maar meestal heeft een schrijver maar 1 hoofddoel met zijn tekst.
Als je het doel van een tekst moet noemen, bedenk dan: wat wil de schrijver met deze tekst?
Omdat de doelen van een schrijver met een tekst kunnen verschillen, zijn er ook verschillende soorten teksten. Bij een bepaalde schrijfdoelhoort een bepaalde tekstsoort.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Bekijk de tekst
Slide 7 - Slide
Wat is het doel van de tekst?
A
Informeren
B
Uitleg geven
C
Instructie geven
Slide 8 - Quiz
Leg uit waarom dit een instructieve tekst is.
Slide 9 - Open question
Lees de tekst
Slide 10 - Slide
Wat is het doel van de tekst?
A
Uitleg geven
B
Informeren
C
Instructie geven
Slide 11 - Quiz
Wat kun je van deze informatie leren?
Slide 12 - Open question
De leesopdracht voor week 4
Noteer eens voor jezelf...
Slide 13 - Slide
Aan de slag!
Opdracht 5, 6, 7 en 8
Opdracht 9 moet je gebruiken voor het huiswerk van vrijdag.
Klaar? Ga je nieuwsbericht schrijven of aan je boekopdrachten werken.