What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
5.1 herhalen + 5.2 UL + HW 2 havo en 2 vwo
Alleen een markeerstift op tafel
Kijk zelf na of er goed is nagekeken.
Lees de vraag en je antwoord als je een vraag dus fout had.
Heb ik iets fout gerekend, wat wel goed is, omcirkel dan jouw antwoord.
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Alleen een markeerstift op tafel
Kijk zelf na of er goed is nagekeken.
Lees de vraag en je antwoord als je een vraag dus fout had.
Heb ik iets fout gerekend, wat wel goed is, omcirkel dan jouw antwoord.
Slide 1 - Slide
planning
zelf nakijken + huiswerkcontrole 5.1
afronden 5.1
leerdoelen 5.2
uitleg 5.2
te maken opdrachten 5.2 (wat niet af is = HW)
Slide 2 - Slide
OPEN JE BOEK OP
BLZ. 100
Kijk zelf na opdracht 1 t/m 4 + 6
Slide 3 - Slide
Log in op deze lessonup!
timer
1:00
Slide 4 - Slide
hoeveel chromosomen hebben lichaamscellen ?
A
46
B
23
C
12
D
20
Slide 5 - Quiz
Na een gewone celdeling bevat elke dochtercel:
A
Dezelfde erfelijke informatie als de moedercel
B
Andere erfelijke informatie dan de moedercel
Slide 6 - Quiz
Na een gewone celdeling bevat elke dochtercel....
A
Minder chromosomen dan de moedercel
B
Evenveel chromosomen als de moedercel
C
Meer chromosomen dan de moeder cel
Slide 7 - Quiz
Wat is een gen?
A
Erfelijke informatie voor een enkele eigenschap
B
Erfelijke informatie voor meerdere eigenschappen
C
Erfelijke informatie die niet meer nodig is
D
Niet-erfelijke informatie
Slide 8 - Quiz
De genen je een huidcel zijn gelijk aan de genen in je levercel.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quiz
Wanneer ontstaat je erfelijke informatie?
A
Bij de innesteling
B
Bij de vorming van zaadcel en eicel
C
Bij de bevruchting
D
Bij de geboorte
Slide 10 - Quiz
Waar ligt de erfelijke informatie?
A
In elke lichaamscel van ons lichaam
B
In sommige cellen
C
Alleen in de cellen die het nodig hebben
Slide 11 - Quiz
De erfelijke informatie van een organisme, noem je:
A
Genotype
B
Fenotype
Slide 12 - Quiz
Het fenotype is
A
Alleen erfelijke eigenschappen
B
Erfelijk eigenschappen en invloeden uit de omgeving
C
Alleen de invloeden uit de omgeving
Slide 13 - Quiz
Wat is een gen?
A
Erfelijke informatie voor een enkele eigenschap
B
Erfelijke informatie voor meerdere eigenschappen
C
Erfelijke informatie die niet meer nodig is
D
Niet-erfelijke informatie
Slide 14 - Quiz
Fenotype
Genotype
Slide 15 - Drag question
fenotype
Genotype
Slide 16 - Drag question
chromebook dichtklappen!
Leerdoelen 5.2:
Ik kan uitleggen hoe elke van de ouders 50% van de chromosomen levert.
Ik kan aangeven dat bij mensen het geslacht wordt bepaald door de geslachtschromosomen.
Ik kan uitleggen hoe door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen ontstaat.
Slide 17 - Slide
Chromosomen in paren
Elke lichaamscel van de mens heeft 46 chromosomen.
Elke lichaamscel van de mens heeft 23 paren van 2 chromosomen.
Slide 18 - Slide
Geslachtschromosomen
De lichamelijke geslachtskenmerken worden bepaald door de geslachtschromosomen.
Vrouw = XX
Man = XY
Slide 19 - Slide
Intersekse
Persoon met XY-chromosomen --> Vrouwelijke fenotype
Persoon met XX-chromosomen --> Mannelijke fenotype
Baby met beide geslachtskenmerken of geslachtkenmerk van 1 sekse maar mix van mannelijke en vrouwelijke chromosomen en/of hormonen.
Slide 20 - Slide
Verschillende informatie in één chromosomenpaar
De meeste bandjes hebben dezelfde kleur. Dat betekent dat de informatie op beide chromosomen gelijk is.
Soms is de kleur van de bandjes verschillend. Op die plaats verschilt de informatie op de chromosomen.
Slide 21 - Slide
Varianten van een gen
Als de bandjes verschillend zijn bevatten ze verschillende varianten van een gen. Bijvoorbeeld voor bruine ogen en de andere voor blauwe ogen.
Van elk chromosomenpaar is er één afkomstig van je vader en één van je moeder.
Slide 22 - Slide
MEIOSE
(=vorming geslachtscellen)
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
Geslachtscellen
Doordat het verschilt welk chromosoom word meegenomen, krijg je
variatie in genotype
bij de voortplanting van de mens.
Een nakomeling heeft een andere combinatie van chromosomen dan de ouders.
Slide 25 - Slide
Ga aan de slag met:
thema 5 -
basisstof 5.2;
opdrachten 1 t/m 9
in je werkboek
Wat niet af komt in de les = automatisch huiswerk voor volgende les.
Slide 26 - Slide
More lessons like this
D2BTH6 B2 Erfelijke eigenschappen - lln
April 2019
- Lesson with
48 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
9.1 Jouw waarneembare eigenschappen
June 2022
- Lesson with
29 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
9.1 Jouw waarneembare eigenschappen
May 2023
- Lesson with
25 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
5.3 Stamboomonderzoek dl1
May 2023
- Lesson with
44 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
5.2
September 2023
- Lesson with
11 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
5.2 chromosomen
September 2024
- Lesson with
11 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
D2BTH6 B2 oefenen
April 2019
- Lesson with
24 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
D2BTh6 B3 (Boek) Geslachtelijke voortpl ln
April 2019
- Lesson with
35 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2