2.4 Cellen

Planning voor vandaag
1. herhaling vorige les
2. nieuwe uitleg
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Planning voor vandaag
1. herhaling vorige les
2. nieuwe uitleg

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Herhaling vorige les
1. Wat is een weefsel?
2. Wat is een cambium?
timer
1:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden
1. weefsel is een groep cellen met dezelfde vorm en functie
2. plek onder de schors van een boom die nieuwe cellen maakt.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten bespreken

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

lesdoelen
  •  Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies
  • Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies




Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Cellen
Cellen zijn kleine bouwstenen van organismen.

Alles wat leeft bestaat uit cellen.

Dit is een aantekening

Slide 6 - Slide

Het lichaam van de mens bestaat uit 30 biljoen cellen
Opdracht
Schrijf achter de volgende begrippen de taak: celmembraan - cytoplasma - celkern - vacuole - bladgroenkorrels - celwand
tip: gebruik je boek
timer
1:00

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Dierlijke cellen
antwoorden
  • Celmembraan: dun vliesje dat inhoud cel scheidt van omgeving

  • Cytoplasma: water met opgeloste stoffen, waarin organellen zweven

  • Celkern: organel, regelcentrum van cel. Hier omheen ligt het kernmembraan. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Plantaardige cel
  • Vacuole: blaasje met vocht (water en opgeloste stoffen, kleurstoffen)

  • Bladgroenkorrels, voor fotosynthese

  • Celwand: stevig laagje om cel heen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Plastiden
Plastide  = korrel
  • Bladgroenkorrels
  • Kleurstofkorrels
  • Zetmeelkorrels


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Opdracht
1. Wat is het verschil tussen een dierlijke en een plantaardige cel?
2. Teken een plantaardige cel en een dierlijke cel in je schrift (geef ook de onderdelen aan)
timer
1:00
tip: gebruik je boek

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Dierlijke cel
Plantaardige cel

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Cellen van planten en dieren

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Welke van de vier is de dierlijke cel?
A
B
C
D

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat heeft een plantencel wel
wat een dierlijke cel niet heeft?
A
celkern
B
cytoplasma
C
celmembraan
D
bladgroenkorrels

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet het vlies om een (dierlijke) cel heen?
A
cytoplasma
B
celmembraan
C
celwand
D
celorganel

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

De drie typen plastiden zijn:
A
bladgroen-, zetmeel- en waterpestkorrels
B
zetmeel-, waterpest- en kleurstofkorrels
C
kleurstof-, paprika- en zetmeelkorrels
D
kleurstof-, bladgroen- en zetmeelkorrels

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Welke plastiden zitten er in het vlies van een rode ui?
A
Bladgroenkorrels
B
Zetmeelkorrels
C
Kleurstofkorrels
D
Geen

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Deze plastiden maken zuurstof:
A
zetmeelkorrels
B
bladgroenkorrels
C
huidmondjes
D
kleurstofkorrels

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Bladgroenkorrels zijn een voorbeeld van plastiden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Als een tomaat rijpt gebeurt er iets met de kleur, hij gaat namelijk van een groene naar een rode kleur.
Een type plastide verandert in een andere type plastide.

Welk type plastide veranderde in welk andere?
A
Van zetmeelkorrel naar kleurstofkorrel
B
Van kleurstofkorrel naar bladgroenkorrel
C
Van bladgroenkorrel naar kleurstofkorrel
D
Van bladgroenkorrel naar zetmeelkorrel

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Welk type plastide komt veel voor in de cellen van een aardappel?
A
kleurstofkorrels
B
bladgroenkorrels
C
zetmeelkorrels
D
geen enkele

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Zijn in cel A plastiden aanwezig?
A
nee
B
ja, één soort plastiden
C
ja, twee soorten plastiden
D
ja, drie soorten plastiden

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Cellen van planten en dieren

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Dierlijke cel
Plantaardige cel

Slide 27 - Slide

This item has no instructions