H7: par. 7.1/7.2/7.3




H7: Natuurrampen in Japan
1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson




H7: Natuurrampen in Japan

Slide 1 - Slide

Platen bewegen op 3 manieren

Slide 2 - Slide

Bij welke beweging ontstaan de aardbevingen bij Japan?
A
Langs elkaar
B
Van elkaar af
C
Tegen elkaar aan

Slide 3 - Quiz

Waardoor kunnen de aardplaten bewegen?
A
Ze drijven op de oceanen
B
Door de interne magmastromen
C
Door de botsende platen
D
Door subductie

Slide 4 - Quiz

Welke twee soorten platen botsen er in Japan?
A
Aardplaten
B
Aardplaat en een continentale plaat
C
Twee continentale platen
D
Een continentale tegen een oceanische plaat

Slide 5 - Quiz

Oceanische plaat = zwaarder
--> Duikt onder continentale plaat
Er ontstaan op verschillende plekken nieuwe landschapsvormen
Bij een botsing tussen een oceanische plaat en 
een continentale plaat:

Slide 6 - Slide

Waarom zijn er juist bij Japan zoveel natuurrampen?

Slide 7 - Open question

De Ring van Vuur heeft veel botsende platen. De breuklijnen vormen de "ring". Met het 'vuur' bedoelen ze de vulkanen. 

Slide 8 - Slide

Wat is de ring van vuur?

Slide 9 - Open question

0

Slide 10 - Video

Hoe ontstaan de (hele lichte) aardbevingen in Groningen?

Slide 11 - Open question

Hoe ontstaan de natuurlijke, zwaardere aardbevingen?

Slide 12 - Open question

Hoe noemen we de plek waar de schok van een aardbeving, bij het aardoppervlak, het meest heftig is?

Slide 13 - Open question

Hypocentrum & epicentrum
Hypocentrum: oorsprong beving binnenin de aarde

Epicentrum: punt recht 
boven de oorsprong van 
de beving op het 
aardoppervlak

Slide 14 - Slide

0

Slide 15 - Video

Hoe ontstaat de vloedgolf bij een zeebeving?

Slide 16 - Open question

Hoe snel raast de vloedgolf over de zee richting de kust?

Slide 17 - Open question

Hoe ontstaat een tsunami?
  • Door een zeebeving met minimaal 7 op de Schaal van Richter

Het hypocentrum van de beving moet niet te diep in de aarde liggen 

De zeebodem wordt een stukje opgetild (het water dus ook!)

Slide 18 - Slide

Schaal van Richter
Elk hoger nummer op de schaal
betekent 10 x zwaarder dan het 
vorige nummer
Voorbeeld: 
Kracht 2 is 10x zwaarder dan kracht
1, maar kracht 3 is 100x zwaarder
dan kracht 1

Slide 19 - Slide

De hoogte van een tsunami
De golf beweegt met 800 km/u over de zee.

Dichtbij de kust botst de golf
tegen de ondiepere zeebodem aan
De golf kan zijn energie niet meer
kwijt naar voren en moet dus omhoog

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Een orkaan...
  • Is een tropische storm;
  • Ontstaat altijd boven een warme zee;
  • Heeft windsnelheden van 118 km/uur en hoger;
  • brengt naast harde wind ook veel neerslag met zich mee;
  • Komt het meest voor in de maanden augustus, september en oktober.

  • Wordt in Azië 'Tyfoon' genoemd (dus ook in Japan);
Richt enorm veel schade aan;

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Aan de slag!
Maak 7.3 opdracht 1/2/4/5/8/11

Slide 24 - Slide