1.1 Organismen indelen

Welkom!
Ga zitten volgens de plattegrond

Pak je spullen en iPad erbij

Login bij LessonUp


timer
3:00
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welkom!
Ga zitten volgens de plattegrond

Pak je spullen en iPad erbij

Login bij LessonUp


timer
3:00

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 1 
Organisme uit de vier rijken
1.1 Organisme indelen 
1.2 Plantenrijk 
1.3 Dierenrijk 
1.4 Schimmel en bacterierijk 
1.5 Voedselkringloop 
1.6 Biotechniek 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • de 6 levenskenmerken benoemen en kunnen herkennen.
  • de correcte omschrijving geven van wat een ‘soort’ is.
  • de 4 rijken benoemen, met hun (cel)kenmerken.
  • de 8 groepen van het dierenrijk benoemen, met hun kenmerken.
  • de 5 groepen van gewervelde dieren benoemen, met hun kenmerken.

Slide 3 - Slide

Voorkennis
  • Wat is een organisme?
  • Hoe weten we of iets leeft of niet?

Slide 4 - Slide

Verwantschap
Al het leven is verwant aan elkaar.

We hebben allemaal bepaalde kenmerken en erfelijk materiaal dat ons onderscheidt maar ook verwant maakt.

Op basis van deze kenmerken delen we het leven in.

Slide 5 - Slide

Levenskenmerken
Een organisme (alles wat leeft) vertoont niet elk levenskenmerk op elk moment. 

1. voeden
2. groeien
3. ademen
4. uitscheiding (stoffen afgeven)
5. reageren (prikkels waarnemen en daarop reageren)
6. voortplanten

Slide 6 - Slide

Soorten
Om organismen uit elkaar te houden geven we elke soort een naam. 

Organismen horen bij één soort als: 

Ze met elkaar kunnen voortplanten én deze nakomelingen vruchtbaar zijn. (dus ook verder kunnen voortplanten).

Slide 7 - Slide

Indelen in groepen
We delen het leven in in groepen. Deze indeling in groepen heet ordening.

Bij het indelen van organismen kijken biologen veelal naar de cellen.

Slide 8 - Slide

.Zo’n groep organismen noem je een rijk

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Blz 11 -->

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Leerdoelen
  • de 6 levenskenmerken benoemen en kunnen herkennen.
  • de correcte omschrijving geven van wat een ‘soort’ is.
  • de 4 rijken benoemen, met hun (cel)kenmerken.
  • de 8 groepen van het dierenrijk benoemen, met hun kenmerken.
  • de 5 groepen van gewervelde dieren benoemen, met hun kenmerken.

Slide 14 - Slide

Aan de slag!
Maken:
Opgave 3 t/m 10


Klaar? In stilte even iets voor jezelf doen op de iPad.
timer
10:00

Slide 15 - Slide

Welkom!
Ga zitten volgens de plattegrond

Pak je spullen en iPad erbij

Login bij LessonUp


timer
3:00

Slide 16 - Slide

Hoofdstuk 1 
Organisme uit de vier rijken
1.1 Organisme indelen 
1.2 Plantenrijk 
1.3 Dierenrijk 
1.4 Schimmel en bacterierijk 
1.5 Voedselkringloop 
1.6 Biotechniek 

Slide 17 - Slide

Leerdoelen
  • de 6 levenskenmerken benoemen en kunnen herkennen.
  • de correcte omschrijving geven van wat een ‘soort’ is.
  • de 4 rijken benoemen, met hun kenmerken.
  • de 8 groepen van het dierenrijk benoemen, met hun kenmerken.
  • de 5 groepen van gewervelde dieren benoemen, met hun kenmerken.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Blz 11 -->

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Eencellige
Bestaan uit een cel
Leven in het water 

Slide 22 - Slide


Sponzen

  • Niet symmetrisch
  • Skelet van hoornvezel
  • Bodem van de zee

Slide 23 - Slide

Holtedieren
  • Veelzijdig symmetrisch
  • Meestal geen skelet
  • Leven in het water
  • Vangen hun prooi met tentakels

Slide 24 - Slide

Stekelhuidige 

- Hebben een inwendig skelet

- De huid is bedekt met stekels of knobbels

Slide 25 - Slide

wormen
- Tweezijdig symmetrisch

- geen skelet 

-lichaam is lang en dun

Slide 26 - Slide

weekdieren
- Tweezijdig symmetrisch

- Meestal een schelp of huisje als skelet

Slide 27 - Slide

Weekdieren

Slide 28 - Slide

geleedpotigen
-Tweezijdig symmetrisch

- Skelet is een pantser

-De meeste dieren op aarde zijn geleedpotigen.


- Ze hebben een kop, borststuk en achterlijf

Slide 29 - Slide

Gewervelden
Gewervelden hebben een inwendig skelet en dus een wervelkolom (ruggengraat).

Slide 30 - Slide

Opzoeken van een soort
Wanneer je wil weten  wat voor soort organisme je voor je neus hebt, moet je determineren.

Determineren doe je op basis van kenmerken. Een kenmerk is iets waaraan je een organisme herkent.

Zie blz. 16 

Slide 31 - Slide

Leerdoelen
  • de 6 levenskenmerken benoemen en kunnen herkennen.
  • de correcte omschrijving geven van wat een ‘soort’ is.
  • de 4 rijken benoemen, met hun kenmerken.
  • de 8 groepen van het dierenrijk benoemen, met hun kenmerken.
  • de 5 groepen van gewervelde dieren benoemen, met hun kenmerken.

Slide 32 - Slide

Aan de slag!
Lezen blz. 8 t/m 16

Maken:
10 t/m 15

Klaar? In stilte even iets voor jezelf doen op de iPad.
timer
10:00

Slide 33 - Slide