Blz. 240 opdracht 2 (WS 6)
1 de eerste viool spelen = de baas zijn/spelen; de boventoon voeren
2 de revue passeren = aan de orde komen; nauwkeurig bekeken of beoordeeld worden
3 een ijzeren discipline = zeer streng in zijn handelwijze; volgens zeer strenge (leef)regels
4 een uiltje knappen = een (kort) slaapje doen
5 het roer omgooien = (vrij) radicaal veranderen; van koers veranderen
6 iemand om de tuin leiden = iemand bedriegen; met mooie praatjes iemand misleiden
7 iemand van haver tot gort kennen = alles over iemand weten; iemand heel goed kennen
8 iets op de spits drijven = te ver doorvoeren; een conflict hoog laten oplopen in plaats van naar een oplossing zoeken
9 met de eer gaan strijken = tegen de verwachting in de overwinning behalen; alle lof voor een prestatie krijgen terwijl ook anderen daaraan bijgedragen hebben
10 met gepaste trots = met de trots die hoort bij de geleverde prestatie; terecht zeer voldaan
11 op z’n strepen staan = eisen stellen die uit een bepaalde positie of functie voortvloeien
12 z’n ongelijk erkennen/bekennen = toegeven dat je het bij het verkeerde eind had