P1 Debat Les 4 PRAKTIJK

Les 4. Argumenteren
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with text slides.

Items in this lesson

Les 4. Argumenteren

Slide 1 - Slide

Praktijkles
Les 4 Argumenteren

Slide 2 - Slide

Terugblikken op de theorie
ARGUMENTEREN

Slide 3 - Slide

Een bewering
Een bewering is een 'claim' over een feitelijke stand van zaken of waardeoordeel, die waar of onwaar kan zijn. 
Maar, een bewering is een stellige verklaring dat iets zo is, vaak zonder het geven van de redenen waarom.
Voorbeeld: De boom is kaal. 

Slide 4 - Slide

Een argument
Een argument is een aangevoerd feit dat wordt gebruikt om een stelling te bewijzen of te ontkrachten. Een argument is een bewijsmiddel en geeft ook de reden aan om iets te doen. Argumenten moeten kunnen aantonen waarom een ingenomen standpunt van iemand solide is. (solide = sterk)

Slide 5 - Slide

De praktijkoefening
Een argumentatieoefening 'Van A tot C'.
Hierbij is het de opgave om de tussenliggende 'B' te bedenken.

Slide 6 - Slide

Van Argument naar Conclusie.
Wat is B?

Slide 7 - Slide

De stelling

Slide 8 - Slide

A) Leg uit hoe... ...C) leidt tot....

Slide 9 - Slide

Noem je alleen C?
Noem je alleen C als argument op A (op de stelling)
Dan heb je te maken met een BEWERING en geen argument.

Slide 10 - Slide

DUS: Bewijzen! Gebruik de hulpvragen

Slide 11 - Slide

A leidt tot C

Slide 12 - Slide

Leg uit waarom het zo is = B

Slide 13 - Slide

Praktijkopdracht 1
Dit is in de theorieles reeds gecommuniceerd.
- groepsindeling is bekend
- groepen ingedeeld in voor- en tegenstanders
- voorbereidend werk is grotendeels gedaan

Slide 14 - Slide

nu in de les
Max. 10 min. nog heel kort voorbereiden. 
Wij oefenen in onze les de reactiefase met aansluitend ook de conclusie. 
We controleren of de juiste argumenten weer terugkomen in de conclusie. 

Slide 15 - Slide

De stelling 
‘De minimumleeftijd voor laag-alcoholische dranken moet verlaagd worden naar 16’
 (van A naar C)

Slide 16 - Slide

(stap A) De labels
Benoem de 2 labels.
Benoem de argumenten .

Stap A (van A naar C)

Slide 17 - Slide

Tussenstappen bedenken en invullen (stap B)
Het beantwoorden van de hulpvragen helpt daarbij: 
- Waarom is het argument waar?
- Welke tussenstappen bewijzen dat?
* Stap B komt meteen na de bewering stap A.
Stap B (van A naar C)

Slide 18 - Slide

Bespreken van de bewijzen (B)
Voorbeelden (leidt tot) minder ....?
Voorbeelden (leidt tot) meer ...?

Slide 19 - Slide

De conclusie (Stap C)
Concludeer wat jullie beweren en met de tussenstappen hebben kunnen onderbouwen, waardoor het echte argumenten zijn!

Slide 20 - Slide

Vandaag
Elke spreker max. 2 minuten het argument stapsgewijs uitleggen aan de klas.
(wij noteren de denkstappen met steekwoorden en pijlen op het bord)
Missen we nog iets aan de denkstappen?
Doorgaan tot het argument goed genoeg wordt bevonden. 
Afsluiten met: conclusie

Slide 21 - Slide

Het debat gaat bijna beginnen
- 1 spreker op ieder moment (geleid door debatleider)
- leerlingen steken de hand op om aan te geven dat ze iets willen zeggen
- elke spreekbeurt max 20 seconden
- jury aanspreken/toespreken

Slide 22 - Slide

- beweer niet, zonder te onderbouwen: een bewering telt in een bedat nog niet als argument.
- Om het tot een argument te maken, moet in tussenstappen worden uitgelegd: hoe en waarom zal situatie A tot uitkomst C leiden!

Slide 23 - Slide

Andere voorbeelden

Slide 24 - Slide

Ga aan de slag met B!

Slide 25 - Slide

Bewijzen?

Slide 26 - Slide

Ga aan de slag met B!

Slide 27 - Slide

Bewijzen?

Slide 28 - Slide

Bespreken van de bewijzen (B)
Voorbeelden minder ongelukken?
Voorbeelden meer ongelukken?

Slide 29 - Slide

Praktijkopdracht 3
Stelling: De populariteit

(minder hechte vriendschappen EN meer hechte vriendschappen)

Slide 30 - Slide

De stelling
De populariteit van sociale media heeft invloed op hechte vriendschappen.

Slide 31 - Slide

Ga aan de slag met B!

Slide 32 - Slide

Ga aan de slag met B!

Slide 33 - Slide

Bewijzen?

Slide 34 - Slide

Bespreken van de bewijzen (B)
Voorbeelden minder hechte vriendschappen?
Voorbeelden meer hechte vriendschappen?

Slide 35 - Slide

Einde praktijk les 4

Slide 36 - Slide