SOVA P2W1 communicatie verbaal- non verbaal

SOVA P2W1 communicatie
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

SOVA P2W1 communicatie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Eindopdracht periode 2
Afronding module met een toets
Basisboek Pedagogisch Werk
Hoofdstuk 14- Communicatieve vaardigheden
De toets bestaat uit zowel open als meerkeuze vragen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

1. Wat is volgens jou de definitie van communicatie
2. Wanneer beginnen we met communiceren?
3. Wat moet je kunnen om goed te communiceren?
timer
5:00

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Doelen
Studenten maken kennis met het belang van communiceren
Studenten kennen het verschil tussen non-verbaal en verbaal communiceren
Studenten kijken naar eigen gedrag en uitstraling
Studenten kunnen toelichten welk onderscheid je kunt maken in de verschillende manieren waarop mensen met elkaar communiceren

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Intro
Voorbeelden van sociale vaardigheden zijn:
- Goed kunnen luisteren
- Aandacht hebben voor andermans gevoelens
- Conflicten oplossen
- Opkomen voor je eigen mening
- Omgaan met emoties
- Een gesprek gaande houden

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

communicatie opdracht 1
Pak je boek: Hoofdstuk 14 communicatieve vaardigheden
Lees paragraaf 14.1 en 14.3.1 14.3.2 en 14.3.3
Beantwoord onderstaande vragen.
  1. Wat betekent communicatie en waarom is het belangrijk in je beroep?
  2. welke 7 universele emoties zijn er?
  3. wat zijn representatieve gebaren?
  4. Welke kledingstijl heb jij en waarom past deze bij jou?
  5. je hebt een- twee en meerzijdige communicatie bedenk een voorbeeld van elke communicatie.


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Non verbale oefeningen 
oefening non verbale communicatie

Slide 9 - Slide

1.Alle A's lopen door de ruimte en drukken het volgende uit: haast hebben, moe zijn, boos zijn, verdrietig zijn, pijn hebben, blij zijn, enz. B probeert te raden wat B uitbeeldt. Plenair: bespreek waaraan je de emotie van die ander herkent.

2.Je bent in een vreemd land, je verstaat de taal niet, je wilt iets specifieks eten, drinken, slapen, betalen, reizen enzovoort • B bedenkt wat hij/zij wil en maak dit, zonder gebruik te maken van gesproken taal, duidelijk aan A; A probeert te raden wat B wil. • Plenair: hoe kom je erachter wat B wil? 
3.  Ervaren hoe de ander loopt werkvorm 1 uit de reader
Voorstellen in 3 tallen


Vorm groepjes van 3 studenten. Student 1 gaat zich voorstellen aan Student 2. Let hierbij op het handen schudden, het stemgebruik, oogcontact. Student 3 observeert en benoemt wat is waargenomen aan verbale en non-verbale communicatie.   

Slide 10 - Slide

In 3 tallen 
A vertelt ongeveer 2 minuten over een leuke ervaring, feestje, concert, vakantie.
B vat na het vertellen de feiten samen uit het verhaal.
C vertelt welke emoties hij gezien of gehoord heeft.
Wissel van rol nu vertelt degene 2 minuten over zijn werk of schooldag.
nogmaals wisselen en nu vertelt de persoon over een minder leuke ervaring of ruzie.
Is er verschil in deze 3 situaties betreft het samenvatten op feiten of gevoel?
Verbale communicatie.
Het doorgeven van informatie via een mondelinge of schriftelijke boodschap

  • stemgebruik
  • taalgebruik
Non verbale communicatie
is alle communicatie die niet loopt via woorden of taal.
  • Lichaamshouding
  • Oogcontact
  • Gebaren en mimiek
  • Beweging
  • Kleding
  • Klank van je stem

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel maakt het uit?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Aandachtspunten bij verbale communicatie
Spreektempo
Intonatie
Volume
Articuleren
Aarzeltaal

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Aandachtspunten bij non-verbale communicatie
Open houding
Gesloten houding
Territorium
Lichaamshouding
Mimiek
Oogcontact

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden
1.Geef drie voorbeelden van non-verbale communicatie.

2. Bedenk een voorbeeld van een situatie waarin verbale en non-verbale communicatie niet met elkaar overeenkomen.   

Slide 15 - Slide

In 3 tallen 
A vertelt ongeveer 2 minuten over een leuke ervaring, feestje, concert, vakantie.
B vat na het vertellen de feiten samen uit het verhaal.
C vertelt welke emoties hij gezien of gehoord heeft.
Wissel van rol nu vertelt degene 2 minuten over zijn werk of schooldag.
nogmaals wisselen en nu vertelt de persoon over een minder leuke ervaring of ruzie.
Is er verschil in deze 3 situaties betreft het samenvatten op feiten of gevoel?
Nabespreken
Welke manieren van communiceren vind je het duidelijkst?
Gebruik je deze non-verbale manieren van communiceren vaak of juist weinig?
Wat betekent dit voor jouw beroep wat betreft jouw eigen manier van communiceren met kinderen en ouders/verzorgers?
Welke manier van communiceren mag je meer of juist minder doen?



Slide 16 - Slide

In 3 tallen 
A vertelt ongeveer 2 minuten over een leuke ervaring, feestje, concert, vakantie.
B vat na het vertellen de feiten samen uit het verhaal.
C vertelt welke emoties hij gezien of gehoord heeft.
Wissel van rol nu vertelt degene 2 minuten over zijn werk of schooldag.
nogmaals wisselen en nu vertelt de persoon over een minder leuke ervaring of ruzie.
Is er verschil in deze 3 situaties betreft het samenvatten op feiten of gevoel?
Invullen begrippenlijst
De begrippenlijst vind je op IL in mijn sharepoint
Vul de lijst in t/m begrip 12

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions