© Stichting Praktijkleren Bijlage Telefoonregels Pagina 1 van 1
TELEFOONREGELS
1 Tijdens het praten nooit eten, roken, drinken, kauwen, enzovoort.
2 Spreek nooit dialect of Nederlands doorspekt met dialectwoorden en -uitdrukkingen. Een licht
accent is toegestaan.
3 Gebruik geen irritante stopwoorden. Deze leiden de aandacht af en maken de indruk ongeïnteresseerd te zijn.
4 Verboden woorden zijn: Wat? Hè? Welk? Houdoe! Enzovoort.
5 Vermijd vaktaal (jargon).
6 Let op je intonatie.
7 Beheers je stemvolume.
8 Zorg dat je alle benodigde informatie en spullen binnen handbereik hebt.
9 Als je een slechte verbinding hebt, bel dan opnieuw. Zeker als je met iemand belt in het buitenland.
10 Als je iemand laat meeluisteren, vraag dan altijd om toestemming aan je gesprekspartner.
11 Blijf altijd correct, ook al is de tegenpartij het niet. Word niet boos.
12 Blijf altijd solidair met het bedrijf ook al ben je het eens met de opbeller. Je valt het bedrijf of je collega’s nooit af.
13 Laat de telefoon (het liefst) niet vaker dan drie maal overgaan.
14 Spreek in de hoorn en niet ergens in de ruimte.
15 Doodzonde = opnemen met enkel: ‘Hallo.’ Begin bij een directe verbinding als volgt: Goede. . . , naam bedrijf, u spreekt met . . . voornaam en achternaam Als het gesprek binnenkomt via de telefoniste, kun je volstaan met: Goede. . ., u spreekt met . . .voornaam en achternaam
16 Naam niet goed verstaan? Nog eens vragen (spellen) en noteren.
17 Onthoud de naam van de beller en herhaal deze tijdens het gesprek.
18 Maak nooit grapjes over de naam.
19 Laat de opbeller altijd uitspreken ook al weet je wat hij gaat zeggen.
20 Zeg nooit: ‘Hij is er niet.’ Hij heeft een naam, dus zeg: ‘Meneer De Wit is er niet.’
21 Geef nooit privénummers en/of vertrouwelijke informatie door, wees discreet.
22 Word niet te familiair met de klant. Tutoyeer alleen als de klant het initiatief neemt.
23 Neem klachten altijd serieus en behandel deze met voorrang. Een goede klachtenbehandeling is het beste visitekaartje voor het bedrijf.
24 Als het opzoeken van informatie te lang duurt, bied dan aan terug te bellen.
25 Laat nooit een lijn openstaan, de klant luistert mee!
26 Noteer alle relevante gegevens en herhaal wat je noteert.
27 Beëindig het gesprek correct (geen doei, daaaag, doeg).