Afkorting, letterwoord, initiaalwoord, verkorting en symbool
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 35 min
Items in this lesson
Spelling H4
Afkorting, letterwoord, initiaalwoord, verkorting en symbool
Slide 1 - Slide
Planning vandaag
Je weet wat letterwoorden zijn.
Je weet wat een initiaalwoord is
Je weet wat een verkorting is.
Oefenen
Planning volgende week
Woensdag uitleg spelling H5
Woensdag werken aan spelling H4 en H5
Woensdag meegeven d-toets
Slide 2 - Slide
Noem twee afkortingen die je kent.
Slide 3 - Open question
Afkorting
De weergave van een woord(groep) met een beperkt aantal letters, die je uitspreekt als het oorspronkelijke woord.
Schrijf je met punten.
Gebruik een hoofdletter als dit ook in het oorspronkelijke woord voorkomt.
blz., m.a.w. en Z.K.H.
Slide 4 - Slide
Wat is de afkorting van 'watercloset'?
A
WC
B
wc
Slide 5 - Quiz
Wat betekent de afkorting 't.z.t.'?
A
te zijner tijd
B
ter zijnen tijd
Slide 6 - Quiz
Letterwoord
Bestaat uit de eerste letters van een naam of woordgroep.
Spreek je uit als een woord.
Schrijf je zonder punten.
Gebruik een hoofdletters als die ook in het afgekorte woord voorkomt.
pin, havo, BuZa
Slide 7 - Slide
Wat betekent 'NAVO'?
A
Noord-Atlantische Verdragsorganisatie
B
Noord Atlantische Verdrags Organisatie
Slide 8 - Quiz
Initiaalwoord
Zelfde regels als bij het letterwoord
Spreek je uit als losse letters
NS, pc, btw, cao
Slide 9 - Slide
Verkorting
Is opgebouwd uit een of meer (delen van) lettergrepen
Spreek je uit als een woord
airco, horeca, hetero, prof
Slide 10 - Slide
Symbool
Een notatie van een wetenschappelijk begrip, eenheid of valuta.
Je spreekt het uit als het woord waar het voor staat.
Schrijfwijze is nationaal of internationaal afgesproken.
Schrijf je zonder punt.
cm, mm, kg, W
Slide 11 - Slide
Bedenk zelf een afkorting en leg uit of het een afkorting, letterwoord, initiaalwoord, verkorting of symbool is.
Slide 12 - Open question
Als je een wetenschappelijk begrip, een eenheid of een valuta weergeeft met een of meer (hoofd)letters, dan is er sprake van een ….
A
afkorting
B
initiaalwoord
C
symbool
D
verkorting
Slide 13 - Quiz
Als je een naam of woordgroep weergeeft met de eerste letters ervan, zonder punten en je spreekt het geheel uit als een woord, dan is er sprake van een ….
A
symbool
B
letterwoord
C
initiaalwoord
D
afkorting
Slide 14 - Quiz
Als je een woord weergeeft met een of meer (delen van) lettergrepen, dan is er sprake van een ….
A
verkorting
B
initiaalwoord
C
symbool
D
letterwoord
Slide 15 - Quiz
Als je een naam of woordgroep weergeeft met de eerste letters ervan, zonder punten en je spreekt het geheel uit als losse letters, dan is er sprake van een ….
A
afkorting
B
initiaalwoord
C
verkorting
D
symbool
Slide 16 - Quiz
Als je een woord(groep) weergeeft met een beperkt aantal letters en punten, die je uitspreekt als het oorspronkelijke woord, dan is er sprake van een ….
A
afkorting
B
initiaalwoord
C
symbool
D
verkorting
Slide 17 - Quiz
Opdracht
Verkort de volgende woorden of woordgroepen. Zet erachter of het gaat om een afkorting, een initiaalwoord, een letterwoord, een symbool of een verkorting.
collectieve arbeidsovereenkomst, heteroseksueel, kilometer per uur, Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, very important person en World Health Organization.