This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Pathologie van het bloed
A. Tekle
Slide 1 - Slide
Bloed
bloedplasma. Ongeveer 55% van het totale bloedvolume,
bloedcellen. Ongeveer 45% van het totale bloedvolume, met daarin onder meer de volgende bloedcellen: rode bloedcellen (erytrocyten) en witte bloedcellen (leukocyten)
bloedplaatjes (trombocyten)
Slide 2 - Slide
Homeostase
Het inwendig milieu constant van een goede samenstelling zijn. Belangrijk zijn bijvoorbeeld de zuurgraad (de pH), de temperatuur en de druk van dit inwendige milieu.
Slide 3 - Slide
Acidose
Metabole acidose ;
Respiratoire acidose ;
Slide 4 - Slide
Bij een respiratoire acidose is het bloed te zuur doordat zure stoffen het lichaam niet verlaten via de longen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Respiratoir acidose.
Acute oorzaken zijn een
astma-aanval,
klaplong,
longontsteking
morfine
sedatie
Slide 6 - Slide
Co2 Opstapeling
Hypercapnie
PH <7.35
Hyperventilatie
Vaak korte termijn.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Wat betekent het woord metabool?
A
Systeem
B
Evenwicht
C
Stofwisseling
D
zuurgraad
Slide 9 - Quiz
Metabole acidose
probleem in de stofwisseling;
Nierinsufficiëntie;
Slide 10 - Slide
Wanneer treedt respiratoir alkalose?
Slide 11 - Open question
Metabole alkalose ontstaat door overmatig zweten, plassen of overgeven.
A
waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Ziekten die de leukocyten betreffen
De functie van de leukocyten heeft alles te maken met de afweer.