Kiki van 21 heeft het syndroom van Down en voelt zich vaak minder dan anderen. Kiki is erg verlegen en heeft weinig vrienden. Ze heeft vaak het gevoel dat ze er niet bij hoort, omdat ze geen ‘belangrijk’ werk doet. In haar vrije tijd gaat ze graag naar de kinderboerderij. Dieren zijn tenminste aardig voor haar. Vorige week had ze op een bankje gezeten met een konijn op schoot. Daar genoot ze echt van, zo zacht. Daarna had een vrijwilliger bij de boerderij haar gevraagd of ze de konijnen eten wilde geven. Dat was pas belangrijk werk!
Welke uitspraak is juist?
A
De vrijwilliger had Kiki niet de verantwoording voor het voeren van de dieren mogen geven
B
Door het zorgen voor dieren groeit de eigenwaarde van Kiki.
C
Het zorgen voor dieren is geen vrijetijdsbesteding, maar onbetaald werk.
D
Kiki zou in plaats van met dieren, juist meer contact moeten maken met mensen