Nederland kiest Tweede Kamer

• Taal
• Basisschool
• Groep 7,8

Hoeveel zetels (stoelen) zijn er te verdelen in de Tweede Kamer?

Hoeveel % van de Nederlanders gaat stemmen?

Hoeveel partijen doen er dit jaar mee met de verkiezingen?

Hoe noem je de partijen die in de Tweede Kamer een meerderheid hebben?

Waarom zijn de Tweede Kamerverkiezingen dit jaar extra bijzonder?

1. vanwege corona.
2. er doen te veel partijen mee.
3. Rutte gaat zeker weten niet nog eens winnen.
4. Kinderen mogen ook stemmen.

Hoeveel % van de mensen gaat stemmen?

1. 60
2. 70
3. 80
4. 90

Hoeveel partijen doen er dit jaar mee met de verkiezingen?

1. 28
2. 37
3. 41
4. 54

Khadija Arib is de .......... van de Tweede Kamer

1. partijleider
2. voorzitter
3. minister
4. staatsecretaris

Hoe noem je de samenwerkende regeringspartijen?

Lees regel 1 - 5

In de inleiding worden veel bijzondere zaken genoemd. Welke is niet bijzonder?

1. 15, 16 en 17 maart gaat NL naar de stembus.
2. iedereen van 18 jaar en ouder mag stemmen.
3. Een recordaantal partijen doen mee.
4. recordaantal vrouwen zijn lijsttrekkers

Lees regel 9 - 10

Hoeveel partijen gaan een nieuw kabinet (coalitie) vormen?

1. 2
2. 3
3. meer dan 3
4. staat niet in de tekst.

Lees regel 18

Vul aan:
Hoe meer stemmen een partij krijgt, hoe groter

1. de kans dat die mag regeren.
2. het aantal zetels wordt bezet.
3. Hoe meer die de baas wordt.
4. hoe meer die betaald wordt.

Lees de zin nog eens.

Wat is waar?

Wat is waar?

1. Dit is een opsomming.
2. Dit is een tegenstelling.
3. Dit is een oorzaak-gevolg
4. Dit is een waarschuwing.

Lees het gedeelte 'campagne'.

Wat zijn zwevende kiezers?

1. Kiezers die steeds wisselen van partij.
2. Kiezers die eerst alles lezen en dan stemmen.
3. Kiezers die nog geen idee hebben op wie ze stemmen gaan.
4. Kiezers die tussen 2 partijen twijfelen.

Lees: meer vrouwen

Wat hoort op het vraagteken?

1. eerste vrouwelijke president.
2. eerste vrouwelijk minister.
3. Eerste vrouwelijk voorzitter.
4. Eerste vrouwelijk lijsttrekker

Lees regel 36

In regel 36 staat een signaalwoord.
Welke?

het signaalwoord 'maar' hoort bij:

1. opsomming
2. tegenstelling
3. waarschuwing
4. oorzaak-gevolg

SGP

VVD

PVV

CDA

SP

50plus

D66

CU