This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Examentraining 1; K4 leervaardigheden
K1 Leervaardigheden in het vak biologie
Slide 1 - Slide
Examen biologie
Wanneer?
13 mei 2025
09:30 - 13:30
Slide 2 - Slide
Waarom deze les?
K1 Leervaardigheden in het vak biologie
Slide 3 - Slide
K3 Leervaardigheden in het vak biologie
De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:
– De ontwikkeling van het eigen leervermogen
– Het vermogen met biologische vaktaal en methodieken te communiceren en onderzoek te doen.
Slide 4 - Slide
Niet in een antwoord
Bijv. Waarom hebben dieren zuurstof nodig?
Antw. Om te blijven leven.
Alles bij biologie draait om het leven (de studie van het leven) hier ben je niet specifiek genoeg. Je moet uitleggen waarom het organisme niet kan blijven leven in deze situatie.
Slide 5 - Slide
Niet in een antwoord
Bijv. Leg uit waarom te veel chips en friet eten ongezond is.
Antw. Omdat het (on)gezond is.
Je bent niet specifiek genoeg. Wat is er (on)gezond? En waarom is het (on)gezond?
Slide 6 - Slide
Niet in een antwoord
Het woord alles verwerken in je antwoord.
Alles omvat wel heel veel. Wat dan precies?
Het woord nietsin je antwoord.
Niets is wel heel weinig? Wat dan niet?
Slide 7 - Slide
Niet in een antwoord
Beginnen met dus, want, omdat --> NOOIT doen
Dus, want en omdat zijn een koppelwoorden.
Het koppelt 1 zin aan de ander. Je kan je antwoord daar niet mee beginnen.
Slide 8 - Slide
Niet in een antwoord
NOOIT ... Binnen je antwoord gebruik maken van het, zij, hij , die , dat , enz.
Dan vraag ik wie, of wat en is het?
En reken het antwoord fout.
Slide 9 - Slide
3.1 Feit of mening
MENING: iets dat iemand vindt
- Het is al laat.
- Chocolade is lekker.
FEIT: iets dat zo is, dat staat vast
Feiten zijn dingen die je kunt controleren en dingen die bijvoorbeeld onderzocht zijn.
- Het is nu twaalf uur.
- In deze chocoladereep zit suiker.
Slide 10 - Slide
3.2 bronnen
Biologische bronnenmateriaal
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Stappen tot een antwoord
1. Lees de vraag.
2. Haal het onderwerp uit de vraag. 3. Wat wil je weten over het onderwerp? - Moet je de tekst lezen voor informatie? - Heb je een bron nodig voor het antwoord?
4. Begin het antwoord van een openvraag met het onderwerp!
Slide 15 - Slide
Je moet een grafiek maken over leeftijd en lengte. Waar zet je de leeftijd?
A
onderaan, de x as
B
aan de zijkant, y as
Slide 16 - Quiz
examenopdracht 1.
Slide 17 - Slide
Welk type grafiek zou jij maken?
A
lijndiagram
B
staafdiagram
C
cirkeldiagram
D
histogram
Slide 18 - Quiz
Welke grootheid en eenheid zou je op de y as zetten
Slide 19 - Open question
Rekenen in de biologie
Slide 20 - Slide
Breuken
basisvaardigeden rekenen
Slide 21 - Slide
Procenten
basisvaardigeheden rekenen.
Slide 22 - Slide
Oefenvraag
Hieronder staat informatie over de voedingswaarde van 100 gram gekookte spruitjes.
Pubers hebben gemiddeld per dag 90 mg vitamine C nodig.
Hoeveel gram gekookte spruitjes moet je minimaal eten om 90 mg vitamine C binnen te krijgen?
Leg je antwoord uit met een berekening.
Slide 23 - Slide
antwoord vorige vraag
A
68 of 69 gram
B
50 gram
C
10 gram
D
anders
Slide 24 - Quiz
Bio & rekenen
Basisvaardigheden rekenen
Slide 25 - Slide
Bio & rekenen
rekenen met grootheden en eenheden.
Slide 26 - Slide
biologische begrippen
Slide 27 - Slide
biologische begrippen
Slide 28 - Slide
hulpmiddelen
Slide 29 - Slide
Moet je weten!
hulpmiddelen
Kalkwater indicator voor CO2
Slide 30 - Slide
Indicator
hulpmiddelen
Zetmeel kan je aantonen met jodium. De jodium kleurt dan blauwzwart.
Slide 31 - Slide
Examenopdracht
Geef de naam van de indicator die Paul en Ria hebben gebruikt.
Slide 32 - Slide
antwoord:
A
Jodium
B
Kalkwater
C
Rodekool sap
Slide 33 - Quiz
Hoe werkt het?
Hulpmiddelen
determinatiekaart
Slide 34 - Slide
Hoe werkt het?
Hulpmiddelen
determinatietabel
Slide 35 - Slide
Stappen kennen.
Onderzoek
Slide 36 - Slide
schrijf een conclusie
Slide 37 - Slide
Wat is een goede conclusie?
A
Jongen die door beide ouders gevoerd worden groeien sneller dan jongen die door 1 ouder worden gevoerd
B
als alleen vrouwtjes voeren groeien de jongen de eerste 3 dagen even hard als dat allebei de ouders voeren
Slide 38 - Quiz
Onderzoek
werkplan
Slide 39 - Slide
Wanneer dieren in het wild ziek worden, kunnen ze niet net als wij naar de dokter voor medicijnen. Bekend is dat sommige diersoorten medicijnen in hun leefomgeving zoeken. Door deze medicijnen kunnen ze zichzelf genezen. Zo eten rode franje-apen houtskool dat giftige stoffen in hun voedsel onschadelijk maakt. Wetenschappers willen onderzoeken of houtskool bij olifanten helpt als medicijn. Maak een werkplan waarmee de werking van het houtskool als medicijn bij zieke olifanten onderzocht kan worden.
Slide 40 - Open question
Huiswerk
Maak de 0-meting via de eindexamensite af.
Tips:
Als je woorden niet begrijpt zoek dit op in je boek of op internet. Probeer niet te gokken. Door dingen die je niet begrijpt op te zoeken en de context te snappen leer je veel meer dan alleen je boek lezen en een samenvatting maken.
TIP met leren:
Ga zo veel mogelijk vragen maken. Wees hierbij heel kritisch op je eigen antwoorden. Gebruik vaktermen, herhaal de vraag in je antwoord.