4.4 Zenuwstelsel

Welkom!
Zorg dat je voor je hebt:
- Blz. 114 tekstboek
- aantekeningenschrift
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Zorg dat je voor je hebt:
- Blz. 114 tekstboek
- aantekeningenschrift

Slide 1 - Slide

Lesplanning:
  • Klein proefje
  • Uitleg
  • Werken aan de opdrachten 
  • Eindigen

Slide 2 - Slide

Hersenen en ruggenmerg = centraal zenuwstelsel

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Hersenen en ruggenmerg = centraal zenuwstelsel

Slide 5 - Slide

Zenuwcellen
Elke zenuwcel bestaat uit:
  • Cellichaam
  • Uitlopers

Door de uitlopers worden de impulsen voortgeleid.

Slide 6 - Slide

Zenuwcellen
Er zijn drie verschillende type zenuwcellen:
  • Gevoelszenuwcel
  • Bewegingszenuwcel
  • Schakelcel

Slide 7 - Slide

Cellichaam ligt vlakbij  het centrale zenuwstelsel. Geleid impulsen van de zintuigen naar het centrale zenuwstelsel. 

Slide 8 - Slide

Ligt helemaal in het centrale zenuwstelsel. Geleid impulsen binnen het centrale zenuwstelsel. 

Slide 9 - Slide

Geleid impulsen vanaf het centrale zenuwstelsel naar spieren en/of klieren.
Cellichaam ligt in het centrale zenuwstelsel

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Welke zenuwcellen liggen in hun geheel in het centrale zenuwstelsel?

Slide 12 - Slide

Zenuwen
Een zenuw is een bundel van zenuwcellen. Om de zenuwcellen heen ligt bindweefsel ter bescherming.

Slide 13 - Slide

Gevoelszenuwcellen
Bewegingszenuwcellen
Gevoels- en bewegingszenuwcellen
Waarom geen schakelzenuw?

Slide 14 - Slide

Hoe zitten je hersenen in elkaar?

Hersenen bestaan uit drie delen:


- grote hersenen

- kleine hersenen

- hersenstam

Slide 15 - Slide

Bouw, ligging en functie van delen van het centraal zenuwstelsel. 

- grote hersenen: bewustzijn, zintuiglijke waarneming en bewuste beweging;
- kleine hersenen: coördinatie van bewegingen en evenwicht;
- hersenstam: verbinding tussen hersenen en ruggenmerg en een rol bij onbewuste levensprocessen (ademen, hartslag, pupilreflex).

Slide 16 - Slide

Maken:
  • Opdrachten paragraaf 4.4
  • Lees goed en bekijk de bronnen goed 

Slide 17 - Slide