Oefenen contact 3

• Frans
• Lager onderwijs

Oefenen contact 3

vervoegingen werkwoord avoir

vervoegingen werkwoord être

vervoegingen werkwoord aller

Zet om naar futur proche:
Je danse avec une copine.

Zet om naar futur proche:
Je bois un café.

Zet om naar FP:
On mange des pommes.

Zet om naar FP:
Je fais des exercices.

Vous regardez un film?

Het is 5 uur.

Het is 11 uur.

Het is half 6.

Het is kwart voor 7.

Het is kwart na 4.

Het is middernacht.

Het is half 10.

Het is kwart voor 9.

Het is kwart over 2.

Het is middag.

Het is half 2.

16:20

7:10

16:50

20:40