Les 01 - Grammatica woordsoorten

Introductie grammatica woordsoorten
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Introductie grammatica woordsoorten

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van de les: 
- hoe je de meest gangbare woordsoorten kunt benoemen; 

Slide 2 - Slide

Ontleding
Er zijn twee manieren om zinnen te ontleden: 

- we kunnen ieder afzonderlijk woord in de zin benoemen.
Dit noemen we grammatica woordsoorten of taalkundig ontleden; 

- we kunnen aangeven welke functie een groep woorden in de zin heeft. Dit noemen we grammatica zinsdelen of redekundig ontleden. 

Slide 3 - Slide

Grammatica woordsoorten
We bespreken de komende weken eerst grammatica woordsoorten op pagina 76 tot en met 91. Daarna kijken we naar grammatica zinsdelen

We bespreken vandaag alvast het lidwoord, het zelfstandig naamwoord en het bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Slide

Lidwoord
De woorden de, het en een zijn lidwoorden. 

De en het noemen we bepaalde lidwoorden: je weet over welk exemplaar van iets we het hebben. 

Een is een onbepaald lidwoord: het kan over elk exemplaar van iets gaan. 

Slide 5 - Slide

Lidwoorden
Bij een lidwoord hoort altijd een zelfstandig naamwoord, maar soms kunnen er nog meer woorden tussen staan.

De woorden het en een zijn niet altijd lidwoorden. 

Kun je situaties bedenken waarin deze woorden tot een andere woordsoort behoren? 

Slide 6 - Slide

Haal de lidwoorden uit de volgende zinnen
- Een van mijn zussen gaat volgende week trouwen. 
- Het is maar goed dat je het cadeautje niet vergeten bent. 
- De mooiste boeken vind je in een academische boekhandel. 
- Een op de acht Nederlanders heeft een academische studie afgerond.  

Slide 7 - Slide

Zelfstandig naamwoord
Zelfstandige naamwoorden zijn namen van mensen (eigennamen), dieren of dingen. 

Het kan zowel om concrete als abstracte zaken gaan. 

Meestal kun je van een zelfstandig naamwoord een meervoud of verkleinwoord maken. Daarnaast kun je er een lidwoord voor zetten. 

Soms is een zelfstandig naamwoord afgeleid van een werkwoord. 

Slide 8 - Slide

Zelfstandige naamwoorden
- Huisartsen hebben te weinig tijd en kennis om de gevaren van antidepressiva in te schatten. 
- Na naar het voetballen te hebben gekeken, plofte mijn vader neer in zijn luie stoel. 
- In Zuid-Amerika is het de normaalste zaak van de wereld dat er in drugs wordt gehandeld. 

Slide 9 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over (een eigenschap van) het zelfstandig naamwoord. Vaak staat het tussen een lidwoord en een zelfstandig naamwoord in, maar het kan ook achter het zelfstandig naamwoord staan. 

Een bijzondere vorm hiervan is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord, dat aangeeft van welk materiaal iets is gemaakt. 

Slide 10 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord staat meestal tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord in, maar het kan ook achter het zelfstandig naamwoord staan. 

Het bijvoeglijk naamwoord heeft vaak een onverbogen (korte) en verbogen (lange) vorm en je kunt het in de trappen van vergelijking zetten. 

Slide 11 - Slide

Aan de slag
Als het goed is, komt deze theorie je bekend voor. Ga nu aan het werk met opdracht 1 tot en met 7 op pagina 78 en 79 van je boek. 

Een deel hiervan kijken we nog deze les na. 

Slide 12 - Slide