Unité 1 - écouter

1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

- Corriger ensemble les exercices 9 et 10
                vocabulaire + grammaire
- Faire l'exercice en ligne: https://bit.ly/opdrachtfaireetjouer
                  grammaire
- Faire un exercice avec les verbes jouer/faire + sports/instruments
                  grammaire
- Na deze les:

- Kan ik de vertellen wat voor sport ik beoefen.
- Weet ik hoe ik moet vertellen dat ik iets speel.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Welke werkwoord wordt in het Frans het meest gebruikt om over een sport/activiteit te vertellen?

Slide 5 - Open question

Welke werkwoord wordt in het Frans gebruikt om over een instrument te vertellen?

Slide 6 - Open question

Welke lidwoord gebruik je in deze zin:
Je fais ............. basket.
A
de la
B
des
C
de l'
D
du

Slide 7 - Quiz

Welke lidwoord gebruik je in deze zin:
Je joue ............. guitare.
A
de la
B
des
C
de l'
D
du

Slide 8 - Quiz

Welke lidwoord gebruik je in deze zin:
Je fais ............. escalade.
A
de la
B
des
C
de l'
D
du

Slide 9 - Quiz

Welke lidwoord gebruik je in deze zin:
Tu joues ............. percussions?
A
de la
B
des
C
de l'
D
du

Slide 10 - Quiz

Welke werkwoord wordt in het Frans soms gebruikt om over een balsport te vertellen (als je dit vooral hobbymatig doet)?

Slide 11 - Open question

Welke lidwoord gebruik je in deze zin:
Tu joues ............. console?
A
à la
B
aux
C
a l'
D
au

Slide 12 - Quiz

Welke lidwoord gebruik je in deze zin:
Nous jouons ............. foot.
A
à la
B
aux
C
a l'
D
au

Slide 13 - Quiz

Welke lidwoord gebruik je in deze zin:
J'aime jouer ................ jeux vidéos.
A
à la
B
aux
C
a l'
D
au

Slide 14 - Quiz

Welke lidwoord gebruik je in deze zin:
Je déteste ....... foot.
A
du
B
au
C
le
D
de le

Slide 15 - Quiz

Welke lidwoorden gebruik je in het Frans bij het werkwoord "faire + sport/activiteit"?
A
au/à la/à l'/aux
B
de la / du / de l' / des

Slide 16 - Quiz

Welke lidwoorden gebruik je in het Frans bij het werkwoord "jouer + instrument"?
A
au/à la/à l'/aux
B
de la / du / de l' / des

Slide 17 - Quiz

Welke lidwoorden gebruik je in het Frans bij het werkwoord "jouer + spel/balsport"?
A
au/à la/à l'/aux
B
de la / du / de l' / des

Slide 18 - Quiz

Qu'est-ce que tu
fais comme sport?
Qu'est-ce que tu joues
comme instrument?

Slide 19 - Mind map

Qui est-ce?
  • Il est français.
  • Il est né en France, au Pays-Basque.
  • Il a 54 ans.
  • Il est entraineur de l'équipe de France de football depuis 2012.
  • Il a joué à l'AS Monaco, la Juventus, l'Olympique de Marseille.
  • Il a gagné la coupe du monde avec l'équipe de France en 1998.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide