EHBO Quiz

Waar staan de letters EHBO voor?
A
Eerste Hulp Bij Oponthoud
B
Eerste Hulp bij Ongevallen
C
Eerste Hulp Bij Ongelukken
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
VerzorgingVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Waar staan de letters EHBO voor?
A
Eerste Hulp Bij Oponthoud
B
Eerste Hulp bij Ongevallen
C
Eerste Hulp Bij Ongelukken

Slide 1 - Quiz

2.Wat is het eerste wat je doet als je naar een slachtoffer toe gaat?
A
Kijken wat er is gebeurd
B
Geruststellen
C
Op gevaar letten

Slide 2 - Quiz

Hoe heet de EHBO greep waarmee we een slachtoffer uit gevaar verplaatsen:
A
Rautekgreep
B
Stabiele zijligging
C
Handgreep van Zach

Slide 3 - Quiz

Waarom help je het slachtoffer op de plaats waar diegene zit of ligt?
A
zo weet je altijd waar je slachtoffer is als je even weg moet
B
dan kan het ambulancepersoneel zien waar het ongeluk precies is gebeurd
C
bij verplaatsen kunnen letsels erger worden

Slide 4 - Quiz

Hoe heet dit
verbandmateriaal?
A
dekverband
B
rekverband
C
snelverband
D
steunverband

Slide 5 - Quiz

Wat betekent steriel?
A
schoon
B
nieuw
C
bacterievrij
D
gaasje

Slide 6 - Quiz

Mag je iets uit een wond halen?
A
nooit
B
weet niet zeker
C
alleen als het met een pincet lukt
D
altijd

Slide 7 - Quiz

Wat doe je bij vergiftiging van een kind?
A
112/huisarts bellen
B
water geven
C
laten braken
D
melk geven

Slide 8 - Quiz

Wat zijn vitale organen?
A
hersenen, hart en nieren
B
huid, hart en hersenen
C
longen, hart en hersenen
D
ogen, hart en hersenen

Slide 9 - Quiz

Wat is ongeveer een normale hartslag bij volwassenen?
A
60-80 slagen p/m
B
110-130 slagen p/m
C
40-60 slagen p/m
D
80-110 slagen p/m

Slide 10 - Quiz

Wat doe je als eerste bij een ernstige verslikking?
A
112 bellen
B
rautekgreep toepssen
C
vragen hoe het gaat?

Slide 11 - Quiz

Wat doe je als iemand bewusteloos is?
A
112 bellen
B
de ademhaling checken
C
rautekgreep toepassen

Slide 12 - Quiz

Wanneer gebruik je een wonddrukverband?
A
bij een brandwond
B
bij een actief bloedwond
C
bij een schaafwond
D
bij een botbreuk

Slide 13 - Quiz

Wat zijn de vitale functies?
A
horen, zien, ruiken, voelen, proeven.
B
ademhaling, bloedsomloop en bewustzijn
C
ademhaling, bewusteloosheid, bloedsomloop
D
bloeddruk, ademhaling, bewustzijn

Slide 14 - Quiz

Ongeveer hoeveel mensen per week krijgen in Nederland een hartaanval?
A
100
B
300
C
200
D
400

Slide 15 - Quiz

Hoe groot is een mensenhart?
A
zo groot als een mandarijn
B
zo groot als een vuist
C
zo groot als een voetbal
D
zo groot als een knikker

Slide 16 - Quiz

Als je iets uit de verbanddoos gebruikt, moet je...
A
er voor betalen
B
de spullen eerst ontsmetten
C
de verbanddoos goed afsluiten
D
het materiaal meteen aanvullen

Slide 17 - Quiz

Door te lang in de zon liggen kun je 1e graads brandwonden krijgen.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

Symptomen als roodheid en blaren zijn een teken van een ........verbranding
A
1e-graads
B
2e-graads
C
3e- graads

Slide 19 - Quiz

Als iemand een bloedneus heeft laat je diegene het hoofd naar achteren houden
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Iemand is gewond en je bent in Frankrijk, welk nummer moet je bellen?
A
991
B
221
C
211
D
112

Slide 21 - Quiz

Een man is van zijn ladder afgevallen. Hij ligt met pijn en een beetje bloed op de grond. De ladder kan om gaan vallen. Wat doe je eerst?
A
112 bellen
B
het bloed weg vegen
C
de ladder pakken en veilig weg zetten
D
de man laten zitten op een stoel

Slide 22 - Quiz

Hoeveel procent van van de bevolking in Nederland heeft EHBO-vaardigheden.
A
20%
B
80%
C
25%
D
4%

Slide 23 - Quiz

Wat doet de Rode Kruis?
A
ze helpen mensen die in nood zitten.
B
ze zorgen ervoor dat iedereen EHBO vaardigheden heeft
C
ze bieden financiële hulp
D
ze verzorgen EHBO lessen

Slide 24 - Quiz

Wat doet het Oranje Kruis
A
hetzelfde als het Rode Kruis
B
ze vullen hulp aan die wordt aangeboden door het Rode Kruis
C
ze maken lesmateriaal

Slide 25 - Quiz