4 Leefomgeving Wateroverlast

Oefentoets  4 havo
hoofdstuk 1 Wateroverlast
1 / 27
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Oefentoets  4 havo
hoofdstuk 1 Wateroverlast

Slide 1 - Slide

Wat wordt bedoeld met adaptief deltamanagement?

Slide 2 - Open question

Wat is de vertragingstijd?
A
Bij meer water in de rivier stroomt het water langzamer
B
Bij meer regen doet de neerslag er langer over om de rivier te bereiken
C
Bij meer begroeiing doet de neerslag er langer over om de rivier te bereiken
D
De tijd die het regenwater nodig heeft om de rivier te bereiken

Slide 3 - Quiz

Twee beweringen:
1. Door verstening wordt de vertragingstijd langer
2. Door ontbossing wordt de vertragingstijd korter
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist

Slide 4 - Quiz

Wat is het 'stroomgebied' van een rivier?
A
Het gebied, waar de rivier door stroomt
B
De rivier met al haar vertakkingen
C
Het gebied, dat afwatert op een rivier
D
Een stuwmeer waar m.b.v. waterkracht stroom wordt opgewekt

Slide 5 - Quiz

1: In de bovenloop ligt veel verweringsmateriaal.
2: De stroomsnelheid in de bovenloop is laag.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
Beide zijn juist.
D
Beide zijn onjuist.

Slide 6 - Quiz

Het verval in de bovenloop is .... en in de benedenloop ....
A
klein, groot
B
groot, gemiddeld,
C
klein, gemiddeld
D
groot, klein

Slide 7 - Quiz

Bereken het verhang met een hoogteverschil van 25 meter. De afstand tussen plaats A en plaats B is 200 kilometer. Bereken het verhang.

Slide 8 - Open question

Door klimaatveranderingen verandert het neerslag regiem. Wat betekent dit voor het regiem van de rivier?
A
Deze gaat meer schommelen.
B
In het voorjaar is er minder water in de rivier.
C
Deze wordt evenwichtiger.
D
In het najaar is er meer water in de rivier.

Slide 9 - Quiz

Het regiem van een rivier is....
A
de hoeveelheid water die per minuut een bepaald punt passeert
B
de schommelingen in waterafvoer in een jaar.
C
een soort dam dichtbij de rivier die het water tegenhoudt om te gebruiken voor drinkwater en landbouw en voor het opwekken van stroom.
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.

Slide 10 - Quiz

Leg uit waarom door het verleggen van de dijk bij Cortenoever het overstromingsrisico is verminderd.

Slide 11 - Open question

Waarom ligt de uiterwaarde hoger dan het binnendijks gebied?

Slide 12 - Open question

Na verstening/ontbossing zal de piekafvoer in de rivier.....
A
Later komen en groter zijn
B
Eerder komen en kleiner zijn
C
Later komen en kleiner zijn
D
Eerder komen en groter zijn

Slide 13 - Quiz

Wat zijn de 3 speerpunten van het Deltaprogramma?

Slide 14 - Open question

Hoe wordt het verziltingsproces in Nederland in gang gezet?

Slide 15 - Open question

welke stap in de drietrapsstrategie staat het meest centraal bij al die voorbeelden van kanalisatie?
A
vasthouden
B
bergen
C
afvoeren

Slide 16 - Quiz

Wat was de directe aanleiding voor het project Ruimte voor de Rivier?

Slide 17 - Open question

Noem vier maatregelen die bij Ruimte voor de Rivieren passen die bijdragen aan stap 3 van de drietrapsstrategie (2p)

Slide 18 - Open question

In de Rijn zijn in het verleden kribben aangelegd. De afgelopen jaren zijn
deze kribben op veel plaatsen verlaagd.
Geef aan
 wat het doel was van het aanleggen van kribben;
 bij welk onderdeel uit de drietrapsstrategie het verlagen van de
kribben past.

Slide 19 - Open question

Bij welk onderdeel van de
drietrapsstrategie past dit waterplein?

Slide 20 - Open question

Noem een voorbeeld van 'vasthouden' in de driestapsstrategie

Slide 21 - Open question

Om welke twee redenen wil men het waterpeil in het IJsselmeer flexibel houden?

Slide 22 - Open question

Bereken de relatieve
zeespiegelstijging als de absolute 2m is en de bodemdaling 3m
A
1m
B
-1m
C
5m
D
-5m

Slide 23 - Quiz

Ik wil mijn tuin aanpassen om wateroverlast te verminderen. Wat is geen goed idee?
A
Een regenton gebruiken
B
Meer ruimte maken voor gras en planten
C
De schutting vervangen door een heg
D
Een terras aanleggen

Slide 24 - Quiz

Hoe goed denk je dat je de stof voor de komende toets nu kent?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Bedenk een vraag die je de volgende les aan een klasgenoot als test zou kunnen stellen

Slide 26 - Open question

Bedenk een vraag die je de volgende les aan je docent over dit hoofdstuk zou willen stellen

Slide 27 - Open question