24/25 Samenvatting + Oefentoets SE

Oefentoets M4
Ter voorbereiding op jullie SE in de toetsweek.
- herhalen leerdoelen + vakbegrippen
- oefenvragen vakbegrippen
- oefenen met examenvragen

Het bestaat uit meerkeuze vragen en toepassingsvragen. Op deze manier zal het SE er ook uit zien.
1 / 27
next
Slide 1: Slide
DramaMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefentoets M4
Ter voorbereiding op jullie SE in de toetsweek.
- herhalen leerdoelen + vakbegrippen
- oefenvragen vakbegrippen
- oefenen met examenvragen

Het bestaat uit meerkeuze vragen en toepassingsvragen. Op deze manier zal het SE er ook uit zien.

Slide 1 - Slide

Leerdoelen SE
LEERDOELEN

- je kunt de begrippenlijst toepassen op een nieuw voorbeeld
- je kunt in een voorbeeld spelgegevens herkennen, benoemen en toepassen
- je kunt in een voorbeeld vormgevingsmiddelen herkennen, benoemen en toepassen
- je kunt een analyse maken van non-verbale en verbale uitingsmogelijkheden + gebruik van spelgegevens 



Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Vakbegrippen algemeen
INHOUD ALGEMEEN

- je weet wat de spelgegevens zijn
- je weet wat theatrale middelen zijn: spelgegevens, mise-en-scene en vormgevingsmiddelen
- je weet wat de functies van drama zijn: amuseren, informeren/leren, overtuigen, overhalen
- je weet wat de spanningsopbouw is: expositie, motorisch moment, ontwikkeling, climax en afloop
- je weet de begrippen rondom tekst: bewerken, claus, dialoog, monoloog, personage, regieaanwijzing, toneelschrijver, toneeltekst
- je weet wat de theatervormen zijn
- je weet de verschillende kunstdisciplines zijn
- manieren van verwijzen naar de werkelijkheid
- dramatische technieken 

SCHRIJF VOOR JEZELF OP WELKE JE NOG NIET KENT/BEGRIJPT








Slide 4 - Slide

Vakbegrippen SPEL EN REGIE
- non-verbale en verbale uitingsmogelijkheden - dramatische technieken
- improvisatietechnieken: accepteren, blokkeren, spelaanbod, associeren
- manieren van verwijzen naar de werkelijkheid - mise-en-scene
- rol: hoofdrol, bijrol, dubbelrol, figurant - rolopbouw: rolbiografie, rolinterview
- speelstijl: absurdistisch, fysiek uitvergrote/groteske speelstijl, realistische speelstijl
- speltechnieken: reageren, incasseren, identificeren, schakelen, spiegelen, transformeren
- denktekst en subtekst - karaktereigenschappen
- hoge en lage status
- tableau vivant
- typetje 

SCHRIJF VOOR JEZELF OP WELKE JE NOG NIET KENT/BEGRIJPT








SCHRIJF VOOR JEZELF OP WELKE JE NOG NIET KENT/BEGRIJPT

Slide 5 - Slide

Vakbegrippen THEATERVORMGEVING
- decor, geluid, projecties, grime en hairstyling, kostuum, licht, muziek, rekwisieten/props (vormgevingsmiddelen)

- licht: blackout, lichtontwerp, speciaaltje, totaaltje, toneelbelichting
- theatergebouw: lijsttoneel, vlakke vloer theater, openluchttheater 

SCHRIJF VOOR JEZELF OP WELKE JE NOG NIET KENT/BEGRIJPT

Slide 6 - Slide

Leg uit wat dramatiseren is.
A
Een tragedie van een stuk maken
B
Vorm van toneelspelen waarbij spelers onvoorbereid zijn
C
Theatraal vormgeven van een verhaal of idee
D
Een toneelstuk maken vanuit een bestaande toneeltekst

Slide 7 - Quiz

Wat zijn de verschillende manieren om tot een theatervoorstelling te komen?
A
Dramatiseren, ensceneren en improviseren
B
Dramatiseren, improviseren en theatraliseren
C
Ensceneren en dramatiseren
D
Toneeltekst, impro en solo

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Drag question

Wat zijn de theatrale middelen?

Slide 10 - Open question

Bekijk het volgende fragment.
Wat is het motorisch moment en waarom?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Wat is het motorisch moment in deze scène?

Slide 13 - Open question

Wat zijn de 4 kunstdisciplines?

Slide 14 - Open question

De 4 kunstdisciplines
1) beeldende kunst: inclusief grafische vormgeving, architectuur, fotografie en film

2. danskunst

3. toneelkunst: inclusief tv-drama, mime, muziektheater

4) Muziek

Slide 15 - Slide

Wat is mimiek?
A
Mime technieken
B
Gezichtsuitdrukkingen
C
Lichaamshouding
D
Pantomime ( concreet uitbeelden)

Slide 16 - Quiz

Bij het volgende fragment zien we dat de acteurs zijn getransformeerd naar hun personages. Hoe zien we dat terug in stem, mimiek, fysiek en vormgevingsmiddelen bij Juf Ank?

Slide 17 - Slide

1

Slide 18 - Video

00:16
Beschrijf de transformatie van juf Ank

Slide 19 - Open question

Wat zijn spelgegevens?

Slide 20 - Mind map

opdracht
Rol
Verhaal / Actie
Ruimte/ Plaats
Tijd
Motief
Waar
Wie
Wat
(Handeling / conflict)
Waarom
Wanneer

Slide 21 - Drag question

Beschrijf de mise-en-scène in deze foto.

Slide 22 - Open question

Wat is een claus?
A
Hoogtepunt in het stuk
B
Het moment dat de souffleur de laatste cue geeft
C
Regieaanwijzing
D
Elk stuk tekst in een stuk, dat door 1 persoon achter elkaar wordt gezegd

Slide 23 - Quiz

Examenvragen CE 2023, tijdvak 1
Probeer vraag 3 t/m 8 te maken in de uitwerkbijlage
https://www.examenblad.nl/system/files/2023/ex2023/GT-0415-a-23-1-u.pdf

Het examen vind je oa op: https://vo-oefenomgeving.facet.onl/facet-openbaar-portaal/oefenen/VMBO-TL/drama/ 

Het correctievoorschrift om na te kijken: https://www.examenblad.nl/system/files/2023/ex2023/GT-0415-a-23-1-c.pdf


Slide 24 - Slide

Zelfstandig voorbereiden op SE
Kies 1 of meer van de volgende:
- oefentoets te maken
- theoriereader doornemen ( met iemand anders)
- begrippen leren door kaartjes/ wrts oid te gebruiken
- meer vragen uit het examen van 2023 maken en goed naar de formulering van de vragen en het correctievoorschrift kijken.

Slide 25 - Slide

Hoe ga je je voorbereiden op het SE?
Waar kun je al het materiaal vinden?

Slide 26 - Open question

Heb je nog laatste vragen of opmerkingen voor het SE?

Slide 27 - Open question